Overzicht
Engels Synoniemen: Meer gegevens...
-
daring:
- daring; guts; nerve; pluck; dare; venturing; risking; courage; valour; bravery; gallantry; vigour; sturdiness; valor; vigor; boldness; hardiness; hardihood
- provocative; defiant; daring; ostentatious; provoking; audacious; fearless; dashing; bold; unabashed; dauntless; undaunted; manful; presumptuous; overconfident; reckless; temerarious; foolhardy; light-headed; rash; venturesome; venturous; avant-garde
- bold; daring; undaunted; boldness
- dare:
Engels
Uitgebreide synoniemen voor daring in het Engels
daring:
-
the daring
-
the daring
-
the daring
-
the daring
– the trait of being willing to undertake things that involve risk or danger 1 -
the daring
– a challenge to do something dangerous or foolhardy 1
-
daring
provocative; defiant; daring; ostentatious; provoking-
provocative bijvoeglijk naamwoord
-
defiant bijvoeglijk naamwoord
-
daring bijvoeglijk naamwoord
-
ostentatious bijvoeglijk naamwoord
-
provoking bijvoeglijk naamwoord
-
-
daring
-
daring
-
daring
presumptuous; overconfident; reckless; audacious; temerarious; foolhardy; light-headed; rash; daring-
presumptuous bijvoeglijk naamwoord
-
overconfident bijvoeglijk naamwoord
-
reckless bijvoeglijk naamwoord
-
audacious bijvoeglijk naamwoord
-
temerarious bijvoeglijk naamwoord
-
foolhardy bijvoeglijk naamwoord
-
light-headed bijvoeglijk naamwoord
-
rash bijvoeglijk naamwoord
-
daring bijvoeglijk naamwoord
-
-
daring
– disposed to venture or take risks 1daring; audacious; venturesome; venturous– disposed to venture or take risks 1-
daring bijvoeglijk naamwoord
-
audacious bijvoeglijk naamwoord
-
venturesome bijvoeglijk naamwoord
-
venturous bijvoeglijk naamwoord
-
-
daring
– radically new or original 1daring; avant-garde– radically new or original 1-
daring bijvoeglijk naamwoord
-
avant-garde bijvoeglijk naamwoord
-
-
daring
-
daring
-
daring
Verwante woorden van "daring":
Alternatieve synoniemen voor "daring":
Antoniemen van "daring":
Verwante definities voor "daring":
dare:
-
to dare
-
to dare
– challenge 1 -
to dare
– take upon oneself; act presumptuously, without permission 1 -
to dare
– to be courageous enough to try or do something 1
Conjugations for dare:
present
- dare
- dare
- dares
- dare
- dare
- dare
simple past
- dared
- dared
- dared
- dared
- dared
- dared
present perfect
- have dared
- have dared
- has dared
- have dared
- have dared
- have dared
past continuous
- was daring
- were daring
- was daring
- were daring
- were daring
- were daring
future
- shall dare
- will dare
- will dare
- shall dare
- will dare
- will dare
continuous present
- am daring
- are daring
- is daring
- are daring
- are daring
- are daring
subjunctive
- be dared
- be dared
- be dared
- be dared
- be dared
- be dared
diverse
- dare!
- let's dare!
- dared
- daring
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the dare
-
the dare
– a challenge to do something dangerous or foolhardy 1
-
dare
-
dare
-
dare