Engels

Uitgebreide synoniemen voor darlings in het Engels

darlings:

darlings [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the darlings
    the sweethearts; the loves; the darlings
  2. the darlings
    the pets; the loves; the darlings; the sweethearts
    • pets [the ~] zelfstandig naamwoord
    • loves [the ~] zelfstandig naamwoord
    • darlings [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sweethearts [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the darlings
    the dears; the darlings; the honeys
    • dears [the ~] zelfstandig naamwoord
    • darlings [the ~] zelfstandig naamwoord
    • honeys [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "darlings":


darling:

darling [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the darling
    the darling; the dear; the love
    • darling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dear [the ~] zelfstandig naamwoord
    • love [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the darling
    the sweetheart
    – a person loved by another person 1
    the ladylove
    – a woman who is a man's sweetheart 1
    • ladylove [the ~] zelfstandig naamwoord
    the hearts desire; the young man; the darling
    the beloved; the dearest; the love
    – a beloved person; used as terms of endearment 1
    • beloved [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dearest [the ~] zelfstandig naamwoord
    • love [the ~] zelfstandig naamwoord
    the deary
    – a special loved one 1
    • deary [the ~] zelfstandig naamwoord
    the lover
    – a person who loves someone or is loved by someone 1
    • lover [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the darling
    the cutie; the sweetie; the ducky; the darling; the peach; the dear; the sweet
    • cutie [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sweetie [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ducky [the ~] zelfstandig naamwoord
    • darling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • peach [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dear [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sweet [the ~] zelfstandig naamwoord
    the doll
    – informal terms for a (young) woman 1
    • doll [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the darling
    the favourite; the favorite
    – a special loved one 1
    • favourite [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • favorite [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    the darling
    • darling [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the darling
    the angel; the darling; the dear
    • angel [the ~] zelfstandig naamwoord
    • darling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dear [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. the darling
    the heart; the peach; the sweetheart; the beloved; the darling; the sweetie; the hearts desire; the ducky; the deary; the dearest
    • heart [the ~] zelfstandig naamwoord
    • peach [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sweetheart [the ~] zelfstandig naamwoord
    • beloved [the ~] zelfstandig naamwoord
    • darling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sweetie [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hearts desire [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ducky [the ~] zelfstandig naamwoord
    • deary [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dearest [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. the darling
    the darling; the pet
    • darling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pet [the ~] zelfstandig naamwoord
  8. the darling
    the sweetheart; the dearest; the darling; the dear child; the love
    • sweetheart [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dearest [the ~] zelfstandig naamwoord
    • darling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dear child [the ~] zelfstandig naamwoord
    • love [the ~] zelfstandig naamwoord
  9. the darling
    the chickadee; the sweetie; the peach; the darling; the ducky
    • chickadee [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sweetie [the ~] zelfstandig naamwoord
    • peach [the ~] zelfstandig naamwoord
    • darling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ducky [the ~] zelfstandig naamwoord
  10. the darling
    the peach; the darling; the sweetie
    • peach [the ~] zelfstandig naamwoord
    • darling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sweetie [the ~] zelfstandig naamwoord
  11. the darling
    – a special loved one 1
    the treasure; the peach; the sweetest; the sweet; the sugar; the deary; the candy
    • treasure [the ~] zelfstandig naamwoord
    • peach [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sweetest [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sweet [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sugar [the ~] zelfstandig naamwoord
    • deary [the ~] zelfstandig naamwoord
    • candy [the ~] zelfstandig naamwoord
    the sweetheart; the sweetie
    – a person loved by another person 1
    the honey; the dearest; the beloved; the dear; the love
    – a beloved person; used as terms of endearment 1
    • honey [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dearest [the ~] zelfstandig naamwoord
    • beloved [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dear [the ~] zelfstandig naamwoord
    • love [the ~] zelfstandig naamwoord
    the darling
    – a special loved one 1
    • darling [the ~] zelfstandig naamwoord
  12. the darling
    – a special loved one 1
    the favourite; the darling; the pet; the deary; the ducky; the favorite; the dearie
    – a special loved one 1
    • favourite [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • darling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pet [the ~] zelfstandig naamwoord
    • deary [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ducky [the ~] zelfstandig naamwoord
    • favorite [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • dearie [the ~] zelfstandig naamwoord

darling bijvoeglijk naamwoord

  1. darling
    – dearly loved 1
    dear; darling; beloved
    – dearly loved 1

Verwante woorden van "darling":


Alternatieve synoniemen voor "darling":


Verwante definities voor "darling":

  1. dearly loved1
  2. a special loved one1

Verwante synoniemen voor darlings