Engels
Uitgebreide synoniemen voor disparaging in het Engels
disparaging:
-
disparaging
disparaging; derogatory; haughty; supercilious; depreciatory; proud; high-and-mighty; slighting-
disparaging bijvoeglijk naamwoord
-
derogatory bijvoeglijk naamwoord
-
haughty bijvoeglijk naamwoord
-
supercilious bijvoeglijk naamwoord
-
depreciatory bijvoeglijk naamwoord
-
proud bijvoeglijk naamwoord
-
high-and-mighty bijvoeglijk naamwoord
-
slighting bijvoeglijk naamwoord
-
-
disparaging
humiliating; disparaging; belittling-
humiliating bijvoeglijk naamwoord
-
disparaging bijvoeglijk naamwoord
-
belittling bijvoeglijk naamwoord
-
-
disparaging
depreciatory; derogatory; disparaging; slighting-
depreciatory bijvoeglijk naamwoord
-
derogatory bijvoeglijk naamwoord
-
disparaging bijvoeglijk naamwoord
-
slighting bijvoeglijk naamwoord
-
-
disparaging
– expressive of low opinion 1derogatory; disparaging; derogative– expressive of low opinion 1-
derogatory bijvoeglijk naamwoord
-
disparaging bijvoeglijk naamwoord
-
derogative bijvoeglijk naamwoord
-
Verwante woorden van "disparaging":
Alternatieve synoniemen voor "disparaging":
Verwante definities voor "disparaging":
disparaging vorm van disparage:
-
disparage
-
to disparage
– express a negative opinion of 1
Conjugations for disparage:
present
- disparage
- disparage
- disparages
- disparage
- disparage
- disparage
simple past
- disparaged
- disparaged
- disparaged
- disparaged
- disparaged
- disparaged
present perfect
- have disparaged
- have disparaged
- has disparaged
- have disparaged
- have disparaged
- have disparaged
past continuous
- was disparaging
- were disparaging
- was disparaging
- were disparaging
- were disparaging
- were disparaging
future
- shall disparage
- will disparage
- will disparage
- shall disparage
- will disparage
- will disparage
continuous present
- am disparaging
- are disparaging
- is disparaging
- are disparaging
- are disparaging
- are disparaging
subjunctive
- be disparaged
- be disparaged
- be disparaged
- be disparaged
- be disparaged
- be disparaged
diverse
- disparage!
- let's disparage!
- disparaged
- disparaging
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they