Overzicht
Engels Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. expiry:


Engels

Uitgebreide synoniemen voor expiry in het Engels

expiry:

expiry [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the expiry
    – the event of dying or departure from life 1
    the death; the decease; the expiry
    – the event of dying or departure from life 1
    • death [the ~] zelfstandig naamwoord
      • her death came as a terrible shock1
    • decease [the ~] zelfstandig naamwoord
      • upon your decease the capital will pass to your grandchildren1
    • expiry [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the expiry
    – a coming to an end of a contract period 1
    the termination; the expiration; the expiry
    – a coming to an end of a contract period 1
    • termination [the ~] zelfstandig naamwoord
    • expiration [the ~] zelfstandig naamwoord
    • expiry [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the expiry of his driver's license1

Alternatieve synoniemen voor "expiry":


Antoniemen van "expiry":


Verwante definities voor "expiry":

  1. the event of dying or departure from life1
  2. a coming to an end of a contract period1
    • the expiry of his driver's license1

Verwante synoniemen voor expiry