Engels

Uitgebreide synoniemen voor farewell in het Engels

farewell:

farewell [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the farewell
    the parting; the farewell; the good-bye
    • parting [the ~] zelfstandig naamwoord
    • farewell [the ~] zelfstandig naamwoord
    • good-bye [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the farewell
    – the act of departing politely 1
    the leave; the farewell; the parting; the leave-taking
    – the act of departing politely 1
    • leave [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he took his leave1
    • farewell [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he disliked long farewells1
    • parting [the ~] zelfstandig naamwoord
      • parting is such sweet sorrow1
    • leave-taking [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the farewell
    – an acknowledgment or expression of goodwill at parting 1
    the farewell; the word of farewell
    – an acknowledgment or expression of goodwill at parting 1

Verwante woorden van "farewell":

  • farewells

Alternatieve synoniemen voor "farewell":


Verwante definities voor "farewell":

  1. the act of departing politely1
    • he disliked long farewells1
  2. an acknowledgment or expression of goodwill at parting1

Verwante synoniemen voor farewell