Engels

Uitgebreide synoniemen voor festivity in het Engels

festivity:

festivity [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the festivity
    the festivity; the ceremony; the celebration; the party; the festive spirit; the feast; the merry-making; the merrymaking; the feasting
  2. the festivity
    the party; the celebration; the festivity
  3. the festivity
    the feast; the festivity
    • feast [the ~] zelfstandig naamwoord
    • festivity [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the festivity
    – any joyous diversion 1
    the celebration; the festivity
    – any joyous diversion 1

Verwante woorden van "festivity":


Alternatieve synoniemen voor "festivity":


Verwante definities voor "festivity":

  1. any joyous diversion1

Verwante synoniemen voor festivity