Engelse synoniemen van frank, ander woord voor frank

Remove Ads

Overzicht

Engels Synoniemen: Meer gegevens...

frank:
- frank; straight ahead; open; straight on; sincere; straight; straightforward; honest; plain; fair; upright; true; unprejudiced; candid; open-minded; outspoken; liberal; uninhibited; unabashed; accessible; amenable; approachable; crude; blunt; overt; explicit; openly; square; frankly; forthright; outright; plain-spoken; genially; freely; unconcealed; free-spoken; straight-from-the-shoulder; plainspoken; point-blank
- frank; true-hearted
- dog; frank; frankfurter; weenie; hot dog; wiener; hotdog; wienerwurst
- frank; postmark

Engels

Uitgebreide synoniemen voor frank in het Engels

frank:

frank bijvoeglijk naamwoord

frank
frank; straight ahead; open; straight on
- frank bijvoeglijk naamwoord
- straight ahead bijvoeglijk naamwoord
- open bijvoeglijk naamwoord
- straight on bijvoeglijk naamwoord
frank
sincere; straight; straightforward; frank; honest; open; plain; fair
- sincere bijvoeglijk naamwoord
- straight bijvoeglijk naamwoord
- straightforward bijvoeglijk naamwoord
- frank bijvoeglijk naamwoord
- honest bijvoeglijk naamwoord
- open bijvoeglijk naamwoord
- plain bijvoeglijk naamwoord
- fair bijvoeglijk naamwoord
frank
honest; sincere; upright; true; frank; open; fair
- honest bijvoeglijk naamwoord
- sincere bijvoeglijk naamwoord
- upright bijvoeglijk naamwoord
- true bijvoeglijk naamwoord
- frank bijvoeglijk naamwoord
- open bijvoeglijk naamwoord
- fair bijvoeglijk naamwoord
frank
unprejudiced; frank; candid; open-minded; outspoken; liberal
- unprejudiced bijvoeglijk naamwoord
- frank bijvoeglijk naamwoord
- candid bijvoeglijk naamwoord
- open-minded bijvoeglijk naamwoord
- outspoken bijvoeglijk naamwoord
- liberal bijvoeglijk naamwoord
frank
frank; uninhibited; unabashed; candid
- frank bijvoeglijk naamwoord
- uninhibited bijvoeglijk naamwoord
- unabashed bijvoeglijk naamwoord
- candid bijvoeglijk naamwoord
frank
accessible; amenable; approachable; open; frank
- accessible bijvoeglijk naamwoord
- amenable bijvoeglijk naamwoord
- approachable bijvoeglijk naamwoord
- open bijvoeglijk naamwoord
- frank bijvoeglijk naamwoord
frank
crude; straightforward; frank; outspoken; blunt; straight; overt; explicit; openly; square; plain
- crude bijvoeglijk naamwoord
- straightforward bijvoeglijk naamwoord
- frank bijvoeglijk naamwoord
- outspoken bijvoeglijk naamwoord
- blunt bijvoeglijk naamwoord
- straight bijvoeglijk naamwoord
- overt bijvoeglijk naamwoord
- explicit bijvoeglijk naamwoord
- openly bijwoord
- square bijvoeglijk naamwoord
- plain bijvoeglijk naamwoord
frank
outspoken; frankly; forthright; outright; openly; frank; blunt; plain; straight; plain-spoken; genially
- outspoken bijvoeglijk naamwoord
- frankly bijwoord
- forthright bijvoeglijk naamwoord
- outright bijvoeglijk naamwoord
- openly bijwoord
- frank bijvoeglijk naamwoord
- blunt bijvoeglijk naamwoord
- plain bijvoeglijk naamwoord
- straight bijvoeglijk naamwoord
- plain-spoken bijvoeglijk naamwoord
- genially bijwoord
frank
outspoken; straight; honest; frank; straightforward
- outspoken bijvoeglijk naamwoord
- straight bijvoeglijk naamwoord
- honest bijvoeglijk naamwoord
- frank bijvoeglijk naamwoord
- straightforward bijvoeglijk naamwoord
frank
straight; straightforward; open; freely; frank
- straight bijvoeglijk naamwoord
- straightforward bijvoeglijk naamwoord
- open bijvoeglijk naamwoord
- freely bijwoord
- frank bijvoeglijk naamwoord
frank
frank; frankly; openly; unconcealed
- frank bijvoeglijk naamwoord
- frankly bijwoord
- openly bijwoord
- unconcealed bijvoeglijk naamwoord
frank

– characterized by directness in manner or speech; without subtlety or evasion ¹
blunt; frank; candid; outspoken; forthright; free-spoken; straight-from-the-shoulder; plainspoken; point-blank
– characterized by directness in manner or speech; without subtlety or evasion ¹
- blunt bijvoeglijk naamwoord
  - blunt talking and straight shooting¹
  - a blunt New England farmer¹
- frank bijvoeglijk naamwoord
  - tell me what you think--and you may just as well be frank¹
- candid bijvoeglijk naamwoord
  - I gave them my candid opinion¹
- outspoken bijvoeglijk naamwoord
  - it is possible to be outspoken without being rude¹
- forthright bijvoeglijk naamwoord
  - forthright criticism¹
  - a forthright approach to the problem¹
- free-spoken bijvoeglijk naamwoord
- straight-from-the-shoulder bijvoeglijk naamwoord
- plainspoken bijvoeglijk naamwoord
  - plainspoken and to the point¹
- point-blank bijvoeglijk naamwoord
  - a point-blank accusation¹
frank

– clearly manifest; evident ¹
frank
– clearly manifest; evident ¹
- frank bijvoeglijk naamwoord
  - frank enjoyment¹

frank

frank
frank; true-hearted
- frank
- true-hearted

frank [the ~] zelfstandig naamwoord

the frank

– a smooth-textured sausage of minced beef or pork usually smoked; often served on a bread roll ¹
the dog; the frank; the frankfurter; the weenie; the hot dog; the wiener; the hotdog; the wienerwurst
– a smooth-textured sausage of minced beef or pork usually smoked; often served on a bread roll ¹
- dog [the ~] zelfstandig naamwoord
- frank [the ~] zelfstandig naamwoord
- frankfurter [the ~] zelfstandig naamwoord
- weenie [the ~] zelfstandig naamwoord
- hot dog [the ~] zelfstandig naamwoord
- wiener [the ~] zelfstandig naamwoord
- hotdog [the ~] zelfstandig naamwoord
- wienerwurst [the ~] zelfstandig naamwoord

frank werkwoord

frank

– exempt by means of an official pass or letter, as from customs or other checks ¹
frank
– exempt by means of an official pass or letter, as from customs or other checks ¹
- frank werkwoord
frank

– stamp with a postmark to indicate date and time of mailing ¹
frank; to postmark
– stamp with a postmark to indicate date and time of mailing ¹
- frank werkwoord
- postmark werkwoord (postmarks, postmarked, postmarking)

Verwante woorden van "frank":

frankness, franked, franker, frankest, frankly

Alternatieve synoniemen voor "frank":

Verwante definities voor "frank":

characterized by directness in manner or speech; without subtlety or evasion¹
- tell me what you think--and you may just as well be frank¹
clearly manifest; evident¹
- frank enjoyment¹
a smooth-textured sausage of minced beef or pork usually smoked; often served on a bread roll¹
exempt by means of an official pass or letter, as from customs or other checks¹
stamp with a postmark to indicate date and time of mailing¹

Verwante synoniemen voor frank

Remove Ads

Synoniemen voor "frank" in het Engels

Uitgebreide synoniemen voor frank in het Engels

frank:

frank bijvoeglijk naamwoord

frank

frank

frank

frank

frank

frank

frank

frank

frank

frank

frank

frank

frank

frank

frank

frank [the ~] zelfstandig naamwoord

the frank

frank werkwoord

frank

frank

Verwante woorden van "frank":

Alternatieve synoniemen voor "frank":

Verwante definities voor "frank":

Verwante synoniemen voor frank