Overzicht
Engels Synoniemen: Meer gegevens...
-
freshly:
- new; fresh; freshly; newly; saucily; impudently; pertly; impertinently
-
fresh:
- fresh; airy; cool; new; too fresh; unused; unbroached; untouched; unopened
- smart; wise; fresh; impudent; impertinent; saucy; overbold; sassy; unused; sweet; brisk; tonic; refreshing; bracing; refreshful; novel; new; clean; unfermented; reinvigorated; invigorated; refreshed
- new; fresh; newly; freshly
Engels
Uitgebreide synoniemen voor freshly in het Engels
freshly:
freshly bijwoord
-
freshly
– very recently 1 -
freshly
– in an impudent or impertinent manner 1saucily; impudently; freshly; pertly; impertinently– in an impudent or impertinent manner 1-
saucily bijwoord
-
impudently bijwoord
-
freshly bijwoord
-
pertly bijwoord
-
impertinently bijwoord
-
Alternatieve synoniemen voor "freshly":
Verwante definities voor "freshly":
freshly vorm van fresh:
-
fresh
-
fresh
-
fresh
-
fresh
unused; unbroached; untouched; unopened; fresh-
unused bijvoeglijk naamwoord
-
unbroached bijvoeglijk naamwoord
-
untouched bijvoeglijk naamwoord
-
unopened bijvoeglijk naamwoord
-
fresh bijvoeglijk naamwoord
-
-
fresh
– improperly forward or bold 1 -
fresh
– not yet used or soiled 1 -
fresh
– recently made, produced, or harvested 1 -
fresh
– not canned or otherwise preserved 1 -
fresh
– not containing or composed of salt water 1 -
fresh
– imparting vitality and energy 1brisk; fresh; tonic; refreshing; bracing; refreshful– imparting vitality and energy 1-
brisk bijvoeglijk naamwoord
-
fresh bijvoeglijk naamwoord
-
tonic bijvoeglijk naamwoord
-
refreshing bijvoeglijk naamwoord
-
bracing bijvoeglijk naamwoord
-
refreshful bijvoeglijk naamwoord
-
-
fresh
– (of a cycle) beginning or occurring again 1 -
fresh
– original and of a kind not seen before 1 -
fresh
– free from impurities 1 -
fresh
– not soured or preserved 1sweet; fresh; unfermented– not soured or preserved 1-
sweet bijvoeglijk naamwoord
-
fresh bijvoeglijk naamwoord
-
unfermented bijvoeglijk naamwoord
-
-
fresh
– with restored energy 1fresh; reinvigorated; invigorated; refreshed– with restored energy 1-
fresh bijvoeglijk naamwoord
-
reinvigorated bijvoeglijk naamwoord
-
invigorated bijvoeglijk naamwoord
-
refreshed bijvoeglijk naamwoord
-
-
fresh
– having recently calved and therefore able to give milk 1
-
fresh
– very recently 1