Home ->Woordenboeken ->Engels/Engels ->Vertaal frigidness

Synoniemen voor "frigidness" in het Engels

Overzicht

Engels Synoniemen: Meer gegevens...

frigidness:
- coolness; coldness; chilliness; frigidity; iciness; frigidness; cold; low temperature
frigid:
- frigid; polar; icy; glacial; arctic; gelid; frozen; frosty; wintry; cold

Engels

Uitgebreide synoniemen voor frigidness in het Engels

frigidness:

frigidness [the ~] zelfstandig naamwoord

the frigidness

– a lack of affection or enthusiasm ¹
the coolness; the coldness; the chilliness; the frigidity; the iciness; the frigidness
– a lack of affection or enthusiasm ¹
- coolness [the ~] zelfstandig naamwoord
- coldness [the ~] zelfstandig naamwoord
  - a distressing coldness of tone and manner¹
- chilliness [the ~] zelfstandig naamwoord
- frigidity [the ~] zelfstandig naamwoord
- iciness [the ~] zelfstandig naamwoord
- frigidness [the ~] zelfstandig naamwoord
the frigidness

– the absence of heat ¹
the cold; the coldness; the frigidity; the low temperature; the frigidness
– the absence of heat ¹
- cold [the ~] zelfstandig naamwoord
  - come in out of the cold¹
  - cold is a vasoconstrictor¹
- coldness [the ~] zelfstandig naamwoord
  - the coldness made our breath visible¹
- frigidity [the ~] zelfstandig naamwoord
- low temperature [the ~] zelfstandig naamwoord
- frigidness [the ~] zelfstandig naamwoord
the frigidness

– sexual unresponsiveness (especially of women) and inability to achieve orgasm during intercourse ¹
the frigidity; the frigidness
– sexual unresponsiveness (especially of women) and inability to achieve orgasm during intercourse ¹
- frigidity [the ~] zelfstandig naamwoord
- frigidness [the ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "frigidness":

Antoniemen van "frigidness":

hotness

Verwante definities voor "frigidness":

a lack of affection or enthusiasm¹
the absence of heat¹
sexual unresponsiveness (especially of women) and inability to achieve orgasm during intercourse¹

frigidness vorm van frigid:

frigid bijvoeglijk naamwoord

frigid
frigid
- frigid bijvoeglijk naamwoord
frigid

– extremely cold ¹
polar; frigid; icy; glacial; arctic; gelid
– extremely cold ¹
- polar bijvoeglijk naamwoord
  - polar weather¹
- frigid bijvoeglijk naamwoord
  - a frigid day¹
- icy bijvoeglijk naamwoord
  - icy hands¹
- glacial bijvoeglijk naamwoord
  - glacial winds¹
- arctic bijvoeglijk naamwoord
  - an arctic climate¹
- gelid bijvoeglijk naamwoord
  - gelid waters of the North Atlantic¹
frigid

– devoid of warmth and cordiality; expressive of unfriendliness or disdain ¹
frozen; frigid; icy; frosty; wintry; glacial
– devoid of warmth and cordiality; expressive of unfriendliness or disdain ¹
- frozen bijvoeglijk naamwoord
  - a frozen look on their faces¹
- frigid bijvoeglijk naamwoord
  - a frigid greeting¹
- icy bijvoeglijk naamwoord
  - icy stare¹
- frosty bijvoeglijk naamwoord
  - got a frosty reception¹
- wintry bijvoeglijk naamwoord
  - wintry smile¹
- glacial bijvoeglijk naamwoord
  - a glacial handshake¹
frigid

– sexually unresponsive ¹
cold; frigid
– sexually unresponsive ¹
- cold bijvoeglijk naamwoord
  - was cold to his advances¹
- frigid bijvoeglijk naamwoord
  - a frigid woman¹

Verwante woorden van "frigid":

frigidness, frigidly

Alternatieve synoniemen voor "frigid":

cold; unloving
arctic; gelid; glacial; icy; polar; cold
frosty; frozen; wintry

Verwante definities voor "frigid":

extremely cold¹
- a frigid day¹
devoid of warmth and cordiality; expressive of unfriendliness or disdain¹
- a frigid greeting¹
sexually unresponsive¹
- a frigid woman¹

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University