Engels

Uitgebreide synoniemen voor gibberish in het Engels

gibberish:

gibberish [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the gibberish
    the nonsense; the rubbish; the gibberish
  2. the gibberish
    the gibberish; the nonsense
  3. the gibberish
    the gibberish; the jabber
    • gibberish [the ~] zelfstandig naamwoord
    • jabber [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the gibberish
    the balderdash; the twaddle; the gibberish; the rubbish; the baloney; the jaw; the bull; the jabber; the drivel; the piffle; the empty talk; the rot; the waffle; the prattle; the burble; the hot air
    • balderdash [the ~] zelfstandig naamwoord
    • twaddle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gibberish [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rubbish [the ~] zelfstandig naamwoord
    • baloney [the ~] zelfstandig naamwoord
    • jaw [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bull [the ~] zelfstandig naamwoord
    • jabber [the ~] zelfstandig naamwoord
    • drivel [the ~] zelfstandig naamwoord
    • piffle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • empty talk [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • waffle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • prattle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • burble [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hot air [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the gibberish
    the gibberish; the double Dutch; the gobbledygook; the jabber
  6. the gibberish
    – unintelligible talking 1
    the gibberish; the gibber
    – unintelligible talking 1
    • gibberish [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gibber [the ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "gibberish":


Verwante definities voor "gibberish":

  1. unintelligible talking1