Engels

Uitgebreide synoniemen voor gist in het Engels

gist:

gist [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the gist
    – the choicest or most essential or most vital part of some idea or experience 1
    the core; the substance; the centre; the heart; the essence; the kernel; the heart and soul; the center; the inwardness; the gist
    – the choicest or most essential or most vital part of some idea or experience 1
    • core [the ~] zelfstandig naamwoord
    • substance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • centre [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • heart [the ~] zelfstandig naamwoord
    • essence [the ~] zelfstandig naamwoord
    • kernel [the ~] zelfstandig naamwoord
    • heart and soul [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the heart and soul of the Republican Party1
    • center [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • inwardness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gist [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the gist of the prosecutor's argument1
  2. the gist
    – the central meaning or theme of a speech or literary work 1
    the core; the burden; the effect; the essence; the gist
    – the central meaning or theme of a speech or literary work 1
    • core [the ~] zelfstandig naamwoord
    • burden [the ~] zelfstandig naamwoord
    • effect [the ~] zelfstandig naamwoord
    • essence [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gist [the ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "gist":


Verwante definities voor "gist":

  1. the choicest or most essential or most vital part of some idea or experience1
    • the gist of the prosecutor's argument1
  2. the central meaning or theme of a speech or literary work1

Verwante synoniemen voor gist