Engels

Uitgebreide synoniemen voor heathen in het Engels

heathen:

heathen [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the heathen
    the pagan; the heathen; the unbeliever
    • pagan [the ~] zelfstandig naamwoord
    • heathen [the ~] zelfstandig naamwoord
    • unbeliever [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the heathen
    – a person who does not acknowledge your god 1
    the pagan; the heathen; the infidel; the gentile
    – a person who does not acknowledge your god 1
    • pagan [the ~] zelfstandig naamwoord
    • heathen [the ~] zelfstandig naamwoord
    • infidel [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gentile [the ~] zelfstandig naamwoord

heathen bijvoeglijk naamwoord

  1. heathen
    pagan; heathen; heathenish; superstitious
  2. heathen
    idolatrons; superstitious; pagan; heathenish; heathen
  3. heathen
    – not acknowledging the God of Christianity and Judaism and Islam 1
    ethnic; pagan; heathen; heathenish
    – not acknowledging the God of Christianity and Judaism and Islam 1

heathen

  1. heathen

Verwante woorden van "heathen":


Alternatieve synoniemen voor "heathen":


Verwante definities voor "heathen":

  1. not acknowledging the God of Christianity and Judaism and Islam1
  2. a person who does not acknowledge your god1

heathen vorm van heath:

heath [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the heath
    the heathland; the moor; the heather; the heath
    • heathland [the ~] zelfstandig naamwoord
    • moor [the ~] zelfstandig naamwoord
    • heather [the ~] zelfstandig naamwoord
    • heath [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the heath
    the heathland; the moor; the heath
    • heathland [the ~] zelfstandig naamwoord
    • moor [the ~] zelfstandig naamwoord
    • heath [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the heath
    – a tract of level wasteland; uncultivated land with sandy soil and scrubby vegetation 1
    the heath; the heathland
    – a tract of level wasteland; uncultivated land with sandy soil and scrubby vegetation 1
    • heath [the ~] zelfstandig naamwoord
    • heathland [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the heath
    – a low evergreen shrub of the family Ericaceae; has small bell-shaped pink or purple flowers 1
    the heath
    – a low evergreen shrub of the family Ericaceae; has small bell-shaped pink or purple flowers 1
    • heath [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "heath":


Alternatieve synoniemen voor "heath":


Verwante definities voor "heath":

  1. a tract of level wasteland; uncultivated land with sandy soil and scrubby vegetation1
  2. a low evergreen shrub of the family Ericaceae; has small bell-shaped pink or purple flowers1