Engels

Uitgebreide synoniemen voor ignominy in het Engels

ignominy:

ignominy [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the ignominy
    the scandal; the disgrace; the infamy; the ignominy; the shame
    • scandal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • disgrace [the ~] zelfstandig naamwoord
    • infamy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ignominy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shame [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the ignominy
    the ignominy; the infamy; the shameful act; the scandalous deed
  3. the ignominy
    – a state of dishonor 1
    the shame; the disgrace; the ignominy
    – a state of dishonor 1
    • shame [the ~] zelfstandig naamwoord
      • one mistake brought shame to all his family1
    • disgrace [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ignominy [the ~] zelfstandig naamwoord
      • suffered the ignominy of being sent to prison1

ignominy

  1. ignominy

Verwante woorden van "ignominy":

  • ignominies

Alternatieve synoniemen voor "ignominy":


Verwante definities voor "ignominy":

  1. a state of dishonor1
    • suffered the ignominy of being sent to prison1