Engels
Uitgebreide synoniemen voor immediately in het Engels
immediately:
-
immediately
-
immediately
immediately; instantly; forthwith; presently; first thing; before long-
immediately bijwoord
-
instantly bijwoord
-
forthwith bijwoord
-
presently bijwoord
-
first thing bijwoord
-
before long bijwoord
-
-
immediately
immediately; promptly; at once; right away; immediate-
immediately bijwoord
-
promptly bijwoord
-
at once bijwoord
-
right away bijwoord
-
immediate bijvoeglijk naamwoord
-
-
immediately
-
immediately
immediately; instantly; promptly; immediate; straight away; at once; right away-
immediately bijwoord
-
instantly bijwoord
-
promptly bijwoord
-
immediate bijvoeglijk naamwoord
-
straight away bijvoeglijk naamwoord
-
at once bijwoord
-
right away bijwoord
-
-
immediately
immediately; straight away; immediate; right away; at once-
immediately bijwoord
-
straight away bijvoeglijk naamwoord
-
immediate bijvoeglijk naamwoord
-
right away bijwoord
-
at once bijwoord
-
-
immediately
– near or close by 1 -
immediately
– bearing an immediate relation 1
-
immediately
Verwante woorden van "immediately":
Alternatieve synoniemen voor "immediately":
Verwante definities voor "immediately":
immediate:
-
immediate
immediate; at once; on the spot; then and there; right now-
immediate bijvoeglijk naamwoord
-
at once bijwoord
-
on the spot bijwoord
-
then and there bijvoeglijk naamwoord
-
right now bijvoeglijk naamwoord
-
-
immediate
immediately; promptly; at once; right away; immediate-
immediately bijwoord
-
promptly bijwoord
-
at once bijwoord
-
right away bijwoord
-
immediate bijvoeglijk naamwoord
-
-
immediate
immediately; straight away; immediate; right away; at once-
immediately bijwoord
-
straight away bijvoeglijk naamwoord
-
immediate bijvoeglijk naamwoord
-
right away bijwoord
-
at once bijwoord
-
-
immediate
immediately; instantly; promptly; immediate; straight away; at once; right away-
immediately bijwoord
-
instantly bijwoord
-
promptly bijwoord
-
immediate bijvoeglijk naamwoord
-
straight away bijvoeglijk naamwoord
-
at once bijwoord
-
right away bijwoord
-
-
immediate
– very close or connected in space or time 1immediate; contiguous– very close or connected in space or time 1-
immediate bijvoeglijk naamwoord
-
contiguous bijvoeglijk naamwoord
-
-
immediate
– having no intervening medium 1 -
immediate
– performed with little or no delay 1prompt; immediate; quick; straightaway– performed with little or no delay 1-
prompt bijvoeglijk naamwoord
-
immediate bijvoeglijk naamwoord
-
quick bijvoeglijk naamwoord
-
straightaway bijvoeglijk naamwoord
-
-
immediate
– immediately before or after as in a chain of cause and effect 1 -
immediate
– of the present time and place 1
-
immediate
-
immediate