Engels
Uitgebreide synoniemen voor immune in het Engels
immune:
-
immune
immune; insusceptible; inviolable; impervious-
immune bijvoeglijk naamwoord
-
insusceptible bijvoeglijk naamwoord
-
inviolable bijvoeglijk naamwoord
-
impervious bijvoeglijk naamwoord
-
-
immune
determined; proof against; immune; be a match for; equal; fixed-
determined bijvoeglijk naamwoord
-
proof against bijvoeglijk naamwoord
-
immune bijvoeglijk naamwoord
-
be a match for bijvoeglijk naamwoord
-
equal bijvoeglijk naamwoord
-
fixed bijvoeglijk naamwoord
-
-
immune
– (usually followed by `to') not affected by a given influence 1 -
immune
– relating to or conferring immunity (to disease or infection) 1 -
immune
– secure against 1 -
immune
– relating to the condition of immunity 1
-
the immune
– a person who is immune to a particular infection 1