Engels

Uitgebreide synoniemen voor impeccable in het Engels

impeccable:

impeccable bijvoeglijk naamwoord

  1. impeccable
    impeccable; correct; faultless; perfect; blameless
  2. impeccable
    immaculate; impeccable; unspoiled; untainted; chaste; spotless
  3. impeccable
    – without fault or error 1
    impeccable; immaculate; faultless
    – without fault or error 1
    • impeccable bijvoeglijk naamwoord
      • speaks impeccable French1
    • immaculate bijvoeglijk naamwoord
      • timing and technique were immaculate1
      • an immaculate record1
    • faultless bijvoeglijk naamwoord
      • faultless logic1
  4. impeccable
    – not capable of sin 1
    impeccable
    – not capable of sin 1

Alternatieve synoniemen voor "impeccable":


Verwante definities voor "impeccable":

  1. without fault or error1
    • speaks impeccable French1
  2. not capable of sin1