Engels

Uitgebreide synoniemen voor inertness in het Engels

inertness:

inertness [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the inertness
    the inertia; the laziness; the slowness; the tardiness; the inertness; the sluggishness; the sloth; the lethargy; the unwieldiness; the indolence; the ponderousness; the listlessness
  2. the inertness
    – immobility by virtue of being inert 1
    the inertness
    – immobility by virtue of being inert 1

Verwante woorden van "inertness":


Alternatieve synoniemen voor "inertness":


Verwante definities voor "inertness":

  1. immobility by virtue of being inert1

inert:

inert bijvoeglijk naamwoord

  1. inert
    sluggish; indolent; lazy; dawdling; inert; limp; tardy; passive; languid; dragging; drooping; slow; listless; lingering; shuffling; inactive; slow of understanding
  2. inert
    – slow and apathetic 1
    sluggish; inert; soggy; torpid
    – slow and apathetic 1
    • sluggish bijvoeglijk naamwoord
      • a sluggish worker1
    • inert bijvoeglijk naamwoord
      • she was fat and inert1
    • soggy bijvoeglijk naamwoord
    • torpid bijvoeglijk naamwoord
      • a mind grown torpid in old age1
  3. inert
    – unable to move or resist motion 1
    inert
    – unable to move or resist motion 1
    • inert bijvoeglijk naamwoord
  4. inert
    – having only a limited ability to react chemically; chemically inactive 1
    indifferent; inert; neutral
    – having only a limited ability to react chemically; chemically inactive 1
    • indifferent bijvoeglijk naamwoord
      • an indifferent chemical in a reaction1
    • inert bijvoeglijk naamwoord
      • inert matter1
    • neutral bijvoeglijk naamwoord

Verwante woorden van "inert":


Alternatieve synoniemen voor "inert":


Verwante definities voor "inert":

  1. slow and apathetic1
    • she was fat and inert1
  2. unable to move or resist motion1
  3. having only a limited ability to react chemically; chemically inactive1
    • inert matter1