Engels

Uitgebreide synoniemen voor instantly in het Engels

instantly:

instantly bijwoord

  1. instantly
    immediately; directly; instantly; right now; at once; now
  2. instantly
    shortly; soon
    – in the near future 1
    • shortly bijwoord
      • the book will appear shortly1
    • soon bijwoord
      • the doctor will soon be here1
  3. instantly
    immediately; instantly; promptly; immediate; straight away; at once; right away
  4. instantly
    – without any delay 1
    instantly; outright; instantaneously; in a flash
    – without any delay 1

Verwante woorden van "instantly":


Alternatieve synoniemen voor "instantly":


Verwante definities voor "instantly":

  1. without any delay1

instantly vorm van instant:

instant

  1. instant
  2. instant

instant bijvoeglijk naamwoord

  1. instant
    – demanding attention 1
    insistent; crying; instant; clamant; exigent
    – demanding attention 1
    • insistent bijvoeglijk naamwoord
      • insistent hunger1
    • crying bijvoeglijk naamwoord
      • a crying need1
    • instant bijvoeglijk naamwoord
      • an instant need1
    • clamant bijvoeglijk naamwoord
      • clamant needs1
    • exigent bijvoeglijk naamwoord
      • regarded literary questions as exigent and momentous1
  2. instant
    – occurring with no delay 1
    instant; instantaneous
    – occurring with no delay 1
    • instant bijvoeglijk naamwoord
      • instant gratification1
    • instantaneous bijvoeglijk naamwoord
      • relief was instantaneous1
  3. instant
    – in or of the present month 1
    instant; inst
    – in or of the present month 1
    • instant bijvoeglijk naamwoord
    • inst bijvoeglijk naamwoord
      • your letter of the 10th inst1

instant [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the instant
    – a particular point in time 1
    the second; the minute; the moment; the instant
    – a particular point in time 1
    • second [the ~] zelfstandig naamwoord
    • minute [the ~] zelfstandig naamwoord
    • moment [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the moment he arrived the party began1
    • instant [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "instant":


Alternatieve synoniemen voor "instant":


Verwante definities voor "instant":

  1. demanding attention1
    • an instant need1
  2. occurring with no delay1
    • instant gratification1
  3. in or of the present month1
  4. a particular point in time1