Engels

Uitgebreide synoniemen voor jutting in het Engels

jutting:

jutting bijvoeglijk naamwoord

  1. jutting
    – extending out above or beyond a surface or boundary 1
    relieved; protruding; sticking; projecting; sticking out; jutting; projected
    – extending out above or beyond a surface or boundary 1
    • relieved bijvoeglijk naamwoord
    • protruding bijvoeglijk naamwoord
      • his protruding ribs1
    • sticking bijvoeglijk naamwoord
      • a pile of boards sticking over the end of his truck1
    • projecting bijvoeglijk naamwoord
    • sticking out bijvoeglijk naamwoord
    • jutting bijvoeglijk naamwoord
      • the jutting limb of a tree1
    • projected bijvoeglijk naamwoord
      • massive projected buttresses1

jutting [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the jutting
    – the act of projecting out from something 1
    the projection; the protrusion; the jutting; the jut
    – the act of projecting out from something 1
    • projection [the ~] zelfstandig naamwoord
    • protrusion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • jutting [the ~] zelfstandig naamwoord
    • jut [the ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "jutting":


Verwante definities voor "jutting":

  1. extending out above or beyond a surface or boundary1
    • the jutting limb of a tree1
  2. the act of projecting out from something1