Overzicht
Engels Synoniemen: Meer gegevens...
- lowly:
-
low:
- low; depression; all-time low; low record; emotional crisis; first; low gear; first gear
- low; not high; malicious; badly; vicious; false; evil-minded; with evil intention; mean; nasty; shrewd; cunning; sly; underhand; vile; slippery; sharp; scurvy; jarring; behind one's back; foul; ribald; bad; offensive; indecent; falsely; secretly; base; low-hanging
- moo; low
- low; miserable; abject; scurvy; low-down; scummy; low-pitched; low-toned; broken; crushed; humbled; humiliated; depleted; modest; humble; small; lowly
- low
Engels
Uitgebreide synoniemen voor lowly in het Engels
lowly:
lowly bijvoeglijk naamwoord
-
lowly
– of low birth or station (`base' is archaic in this sense) 1 -
lowly
– inferior in rank or status 1petty; secondary; subaltern; lowly; junior-grade; lower-ranking– inferior in rank or status 1-
petty bijvoeglijk naamwoord
-
secondary bijvoeglijk naamwoord
-
subaltern bijvoeglijk naamwoord
-
lowly bijvoeglijk naamwoord
-
junior-grade bijvoeglijk naamwoord
-
lower-ranking bijvoeglijk naamwoord
-
-
lowly
– used of unskilled work (especially domestic work) 1 -
lowly
– low or inferior in station or quality 1
Verwante woorden van "lowly":
Alternatieve synoniemen voor "lowly":
Verwante definities voor "lowly":
lowly vorm van low:
-
the low
-
the low
-
the low
-
the low
-
the low
– the lowest forward gear ratio in the gear box of a motor vehicle; used to start a car moving 1the low; the first; the low gear; the first gear– the lowest forward gear ratio in the gear box of a motor vehicle; used to start a car moving 1 -
the low
– a low level or position or degree 1 -
the low
– an air mass of lower pressure; often brings precipitation 1
-
low
-
low
malicious; badly; vicious; false; evil-minded; low; with evil intention-
malicious bijvoeglijk naamwoord
-
badly bijwoord
-
vicious bijvoeglijk naamwoord
-
false bijvoeglijk naamwoord
-
evil-minded bijvoeglijk naamwoord
-
low bijvoeglijk naamwoord
-
with evil intention bijvoeglijk naamwoord
-
-
low
vicious; mean; nasty; shrewd; cunning; sly; underhand; vile; slippery; false; sharp; low-
vicious bijvoeglijk naamwoord
-
mean bijvoeglijk naamwoord
-
nasty bijvoeglijk naamwoord
-
shrewd bijvoeglijk naamwoord
-
cunning bijvoeglijk naamwoord
-
sly bijvoeglijk naamwoord
-
underhand bijvoeglijk naamwoord
-
vile bijvoeglijk naamwoord
-
slippery bijvoeglijk naamwoord
-
false bijvoeglijk naamwoord
-
sharp bijvoeglijk naamwoord
-
low bijvoeglijk naamwoord
-
-
low
vicious; vile; scurvy; nasty; low; jarring; behind one's back; foul; ribald; bad; offensive; indecent; falsely; mean; secretly-
vicious bijvoeglijk naamwoord
-
vile bijvoeglijk naamwoord
-
scurvy bijvoeglijk naamwoord
-
nasty bijvoeglijk naamwoord
-
low bijvoeglijk naamwoord
-
jarring bijvoeglijk naamwoord
-
behind one's back bijvoeglijk naamwoord
-
foul bijvoeglijk naamwoord
-
ribald bijvoeglijk naamwoord
-
bad bijvoeglijk naamwoord
-
offensive bijvoeglijk naamwoord
-
indecent bijvoeglijk naamwoord
-
falsely bijwoord
-
mean bijvoeglijk naamwoord
-
secretly bijwoord
-
-
low
-
low
-
to low
-
to low
– make a low noise, characteristic of bovines 1
Conjugations for low:
present
- low
- low
- lows
- low
- low
- low
simple past
- lowed
- lowed
- lowed
- lowed
- lowed
- lowed
present perfect
- have lowed
- have lowed
- has lowed
- have lowed
- have lowed
- have lowed
past continuous
- was lowing
- were lowing
- was lowing
- were lowing
- were lowing
- were lowing
future
- shall low
- will low
- will low
- shall low
- will low
- will low
continuous present
- am lowing
- are lowing
- is lowing
- are lowing
- are lowing
- are lowing
subjunctive
- be lowed
- be lowed
- be lowed
- be lowed
- be lowed
- be lowed
diverse
- low!
- let's low!
- lowed
- lowing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
low
– of the most contemptible kind 1 -
low
– literal meanings; being at or having a relatively small elevation or upward extension 1 -
low
– less than normal in degree or intensity or amount 1 -
low
– used of sounds and voices; low in pitch or frequency 1low; low-pitched– used of sounds and voices; low in pitch or frequency 1-
low bijvoeglijk naamwoord
-
low-pitched bijvoeglijk naamwoord
-
-
low
– very low in volume 1 -
low
– subdued or brought low in condition or status 1low; broken; crushed; humbled; humiliated– subdued or brought low in condition or status 1-
low bijvoeglijk naamwoord
-
broken bijvoeglijk naamwoord
-
crushed bijvoeglijk naamwoord
-
humbled bijvoeglijk naamwoord
-
humiliated bijvoeglijk naamwoord
-
-
low
– unrefined in character 1 -
low
– no longer sufficient 1 -
low
– low or inferior in station or quality 1
-
low
– in a low position; near the ground 1