Engels

Uitgebreide synoniemen voor metier in het Engels

metier:

metier [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the metier
    the craft; the metier; the profession; the métier
    • craft [the ~] zelfstandig naamwoord
    • metier [the ~] zelfstandig naamwoord
    • profession [the ~] zelfstandig naamwoord
    • métier [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the metier
    – an occupation for which you are especially well suited 1
    the medium; the metier
    – an occupation for which you are especially well suited 1
    • medium [the ~] zelfstandig naamwoord
    • metier [the ~] zelfstandig naamwoord
      • in law he found his true metier1
  3. the metier
    – an asset of special worth or utility 1
    the strength; the specialty; the metier; the strong point; the speciality; the forte; the strong suit; the long suit
    – an asset of special worth or utility 1

Verwante woorden van "metier":

  • metiers

Alternatieve synoniemen voor "metier":


Antoniemen van "metier":


Verwante definities voor "metier":

  1. an occupation for which you are especially well suited1
    • in law he found his true metier1
  2. an asset of special worth or utility1