Overzicht
Engels Synoniemen: Meer gegevens...
- offending:
-
offend:
- hurt; aggrieve; offend; hurt someone's feelings; do wrong; wreak evil; do wrongly; torture; torment; injure; maul; insult; sin; commit a sin; put out; upset; ruffle; pique; bruise; spite; wound; outrage; shock; scandalize; scandalise; appal; appall; breach; break; violate; transgress; go against; infract
- offend; trespass
Engels
Uitgebreide synoniemen voor offending in het Engels
offending:
-
offending
offending; objectionable; offensive; indecent-
offending bijvoeglijk naamwoord
-
objectionable bijvoeglijk naamwoord
-
offensive bijvoeglijk naamwoord
-
indecent bijvoeglijk naamwoord
-
-
offending
humiliating; insulting; offending-
humiliating bijvoeglijk naamwoord
-
insulting bijvoeglijk naamwoord
-
offending bijvoeglijk naamwoord
-
-
offending
-
offending
scandalous; injurious; offending; insulting; slanderous; backbiting-
scandalous bijvoeglijk naamwoord
-
injurious bijvoeglijk naamwoord
-
offending bijvoeglijk naamwoord
-
insulting bijvoeglijk naamwoord
-
slanderous bijvoeglijk naamwoord
-
backbiting bijvoeglijk naamwoord
-
-
offending
– offending against or breaking a law or rule 1
-
the offending
Verwante woorden van "offending":
Alternatieve synoniemen voor "offending":
Antoniemen van "offending":
Verwante definities voor "offending":
offend:
-
to offend
-
to offend
-
to offend
-
to offend
-
to offend
-
to offend
-
to offend
– cause to feel resentment or indignation 1 -
to offend
– hurt the feelings of 1 -
to offend
– strike with disgust or revulsion 1to offend; outrage; to shock; to scandalize; scandalise; appal; appall– strike with disgust or revulsion 1-
outrage werkwoord
-
to offend
– act in disregard of laws, rules, contracts, or promises 1to breach; to break; to offend; to violate; to transgress; go against; infract– act in disregard of laws, rules, contracts, or promises 1-
go against werkwoord
-
infract werkwoord
Conjugations for offend:
present
- offend
- offend
- offends
- offend
- offend
- offend
simple past
- offended
- offended
- offended
- offended
- offended
- offended
present perfect
- have offended
- have offended
- has offended
- have offended
- have offended
- have offended
past continuous
- was offending
- were offending
- was offending
- were offending
- were offending
- were offending
future
- shall offend
- will offend
- will offend
- shall offend
- will offend
- will offend
continuous present
- am offending
- are offending
- is offending
- are offending
- are offending
- are offending
subjunctive
- be offended
- be offended
- be offended
- be offended
- be offended
- be offended
diverse
- offend!
- let's offend!
- offended
- offending
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they