Engels

Uitgebreide synoniemen voor outlaw in het Engels

outlaw:

outlaw bijvoeglijk naamwoord

  1. outlaw
    – disobedient to or defiant of law 1
    lawless; outlaw
    – disobedient to or defiant of law 1
    • lawless bijvoeglijk naamwoord
      • lawless bands roaming the plains1
    • outlaw bijvoeglijk naamwoord
  2. outlaw
    – contrary to or forbidden by law 1
    illicit; illegitimate; outlawed; unlawful; outlaw
    – contrary to or forbidden by law 1
    • illicit bijvoeglijk naamwoord
      • illicit trade1
    • illegitimate bijvoeglijk naamwoord
      • an illegitimate seizure of power1
    • outlawed bijvoeglijk naamwoord
    • unlawful bijvoeglijk naamwoord
      • unlawful measures1
    • outlaw bijvoeglijk naamwoord
      • an outlaw strike1

outlaw [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the outlaw
    – someone who has committed a crime or has been legally convicted of a crime 1
    the crook; the criminal; the felon; the outlaw; the malefactor
    – someone who has committed a crime or has been legally convicted of a crime 1
    • crook [the ~] zelfstandig naamwoord
    • criminal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • felon [the ~] zelfstandig naamwoord
    • outlaw [the ~] zelfstandig naamwoord
    • malefactor [the ~] zelfstandig naamwoord

outlaw werkwoord

  1. outlaw
    – declare illegal; outlaw 1
    outlaw; illegalize; criminalize; illegalise; criminalise
    – declare illegal; outlaw 1

Verwante woorden van "outlaw":


Alternatieve synoniemen voor "outlaw":


Antoniemen van "outlaw":


Verwante definities voor "outlaw":

  1. disobedient to or defiant of law1
  2. contrary to or forbidden by law1
    • an outlaw strike1
  3. someone who has committed a crime or has been legally convicted of a crime1
  4. declare illegal; outlaw1