Overzicht
Engels Synoniemen: Meer gegevens...
- pettiness:
-
petty:
- bourgeois; cramped; confined; petty; petty-bourgeois; provincial; parochial; narrow minded; small-town; lower-middle-class; narrow-mindedness; a small voice; like a narrow minded man; bashfull; diffident; narrow-minded; small-minded; secondary; subaltern; lowly; junior-grade; lower-ranking
- trivial; petty
- petty; petit larceny; petty larceny
Engels
Uitgebreide synoniemen voor pettiness in het Engels
pettiness:
-
the pettiness
-
the pettiness
-
the pettiness
-
the pettiness
– lack of generosity in trifling matters 1 -
the pettiness
– the quality of being unimportant and petty or frivolous 1the triviality; the pettiness; the puniness; the slightness– the quality of being unimportant and petty or frivolous 1 -
the pettiness
– narrowness of mind or ideas or views 1
-
pettiness
-
pettiness
Verwante woorden van "pettiness":
Alternatieve synoniemen voor "pettiness":
Verwante definities voor "pettiness":
petty:
-
petty
bourgeois; cramped; confined; petty; petty-bourgeois; provincial; parochial; narrow minded; small-town; lower-middle-class; narrow-mindedness; a small voice; like a narrow minded man-
bourgeois bijvoeglijk naamwoord
-
cramped bijvoeglijk naamwoord
-
confined bijvoeglijk naamwoord
-
petty bijvoeglijk naamwoord
-
petty-bourgeois bijvoeglijk naamwoord
-
provincial bijvoeglijk naamwoord
-
parochial bijvoeglijk naamwoord
-
narrow minded bijvoeglijk naamwoord
-
small-town bijvoeglijk naamwoord
-
lower-middle-class bijvoeglijk naamwoord
-
narrow-mindedness bijvoeglijk naamwoord
-
a small voice bijvoeglijk naamwoord
-
like a narrow minded man bijvoeglijk naamwoord
-
-
petty
petty; bashfull; diffident; narrow minded-
petty bijvoeglijk naamwoord
-
bashfull bijvoeglijk naamwoord
-
diffident bijvoeglijk naamwoord
-
narrow minded bijvoeglijk naamwoord
-
-
petty
-
petty
– contemptibly narrow in outlook 1petty; small-minded– contemptibly narrow in outlook 1-
petty bijvoeglijk naamwoord
-
small-minded bijvoeglijk naamwoord
-
-
petty
– inferior in rank or status 1petty; secondary; subaltern; lowly; junior-grade; lower-ranking– inferior in rank or status 1-
petty bijvoeglijk naamwoord
-
secondary bijvoeglijk naamwoord
-
subaltern bijvoeglijk naamwoord
-
lowly bijvoeglijk naamwoord
-
junior-grade bijvoeglijk naamwoord
-
lower-ranking bijvoeglijk naamwoord
-
-
the petty
– larceny of property having a value less than some amount (the amount varies by locale) 1the petty; the petit larceny; the petty larceny– larceny of property having a value less than some amount (the amount varies by locale) 1