Engels

Uitgebreide synoniemen voor phantom in het Engels

phantom:

phantom [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the phantom
    the phantom
    • phantom [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the phantom
    the ghost; the apparition; the spectre; the phantom; the ghostly apparition; the spook; the specter
    • ghost [the ~] zelfstandig naamwoord
    • apparition [the ~] zelfstandig naamwoord
    • spectre [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • phantom [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ghostly apparition [the ~] zelfstandig naamwoord
    • spook [the ~] zelfstandig naamwoord
    • specter [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  3. the phantom
    the phantom; the ghost; the spectre; the specter
    • phantom [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ghost [the ~] zelfstandig naamwoord
    • spectre [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • specter [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  4. the phantom
    the phantasm; the spectre; the bogey; the delusion; the ghost; the imaginair bogey; the phantom; the fantasm; the specter
    • phantasm [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • spectre [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • bogey [the ~] zelfstandig naamwoord
    • delusion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ghost [the ~] zelfstandig naamwoord
    • imaginair bogey [the ~] zelfstandig naamwoord
    • phantom [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fantasm [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • specter [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  5. the phantom
    – something existing in perception only 1
    the phantom; the shadow; the apparition; the phantasm; the phantasma; the fantasm
    – something existing in perception only 1
    • phantom [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shadow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • apparition [the ~] zelfstandig naamwoord
      • a ghostly apparition at midnight1
    • phantasm [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • phantasma [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fantasm [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  6. the phantom
    – a ghostly appearing figure 1
    the phantom; the apparition; the spectre; the phantasm; the phantasma; the specter; the fantasm
    – a ghostly appearing figure 1
    • phantom [the ~] zelfstandig naamwoord
    • apparition [the ~] zelfstandig naamwoord
      • we were unprepared for the apparition that confronted us1
    • spectre [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • phantasm [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • phantasma [the ~] zelfstandig naamwoord
    • specter [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • fantasm [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

phantom bijvoeglijk naamwoord

  1. phantom
    – something apparently sensed but having no physical reality 1
    phantom
    – something apparently sensed but having no physical reality 1
    • phantom bijvoeglijk naamwoord
      • seemed to hear faint phantom bells1
      • the amputee's illusion of a phantom limb1
  2. phantom
    – Pertaining to the insertion of a new row or the deletion of an existing row in a range of rows that were previously read by another task, where that task has not yet committed its transaction. 2
    phantom
    – Pertaining to the insertion of a new row or the deletion of an existing row in a range of rows that were previously read by another task, where that task has not yet committed its transaction. 2

Verwante woorden van "phantom":

  • phantoms

Alternatieve synoniemen voor "phantom":


Verwante definities voor "phantom":

  1. something apparently sensed but having no physical reality1
    • seemed to hear faint phantom bells1
    • the amputee's illusion of a phantom limb1
  2. something existing in perception only1
  3. a ghostly appearing figure1
  4. Pertaining to the insertion of a new row or the deletion of an existing row in a range of rows that were previously read by another task, where that task has not yet committed its transaction.2

Verwante synoniemen voor phantom