Engels

Uitgebreide synoniemen voor piercings in het Engels

piercings:

piercings [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the piercings
    the intersections; the sections; the slashes; the cuts; the piercings; the cuttings

Verwante woorden van "piercings":


piercings vorm van piercing:

piercing bijvoeglijk naamwoord

  1. piercing
    penetrating; shrill; piercing; rasping
  2. piercing
    penetrating; piercing
  3. piercing
    dire; grinding; piercing
  4. piercing
    – painful as if caused by a sharp instrument 1
    keen; cutting; piercing; stabbing; lancinate; lancinating; knifelike
    – painful as if caused by a sharp instrument 1
    • keen bijvoeglijk naamwoord
      • keen winds1
    • cutting bijvoeglijk naamwoord
      • a cutting wind1
    • piercing bijvoeglijk naamwoord
      • piercing knifelike pains1
      • piercing cold1
      • piercing criticism1
    • stabbing bijvoeglijk naamwoord
      • a stabbing pain1
    • lancinate bijvoeglijk naamwoord
    • lancinating bijvoeglijk naamwoord
      • lancinating pain1
    • knifelike bijvoeglijk naamwoord
      • knifelike cold1
      • piercing knifelike pains1
  5. piercing
    – having or demonstrating ability to recognize or draw fine distinctions 1
    keen; sharp; acute; piercing; penetrating; incisive; penetrative; discriminating; knifelike
    – having or demonstrating ability to recognize or draw fine distinctions 1
    • keen bijvoeglijk naamwoord
    • sharp bijvoeglijk naamwoord
      • as sharp and incisive as the stroke of a fang1
    • acute bijvoeglijk naamwoord
      • an acute observer of politics and politicians1
    • piercing bijvoeglijk naamwoord
    • penetrating bijvoeglijk naamwoord
      • penetrating insight1
    • incisive bijvoeglijk naamwoord
      • incisive comments1
      • as sharp and incisive as the stroke of a fang1
    • penetrative bijvoeglijk naamwoord
      • frequent penetrative observations1
    • discriminating bijvoeglijk naamwoord
    • knifelike bijvoeglijk naamwoord
      • icy knifelike reasoning1

piercing [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the piercing
    the cutting; the intersection; the section; the piercing

Verwante woorden van "piercing":


Alternatieve synoniemen voor "piercing":


Verwante definities voor "piercing":

  1. painful as if caused by a sharp instrument1
    • piercing knifelike pains1
    • piercing cold1
    • piercing criticism1
  2. having or demonstrating ability to recognize or draw fine distinctions1