Engelse synoniemen van preparedness, ander woord voor preparedness

Overzicht

Engels Synoniemen: Meer gegevens...

preparedness:
- preparedness; willingness; readiness; preparation
prepared:
- prepared; ready for; over; finished; accomplished; out; completed; ready; ready for use; achieved; concluded; evident; clear; inclined; disposed; fain
- ready; prepared; cooked

Engels

Uitgebreide synoniemen voor preparedness in het Engels

the preparedness
the preparedness; the willingness; the readiness
- preparedness [the ~] zelfstandig naamwoord
- willingness [the ~] zelfstandig naamwoord
- readiness [the ~] zelfstandig naamwoord
the preparedness

– the state of having been made ready or prepared for use or action (especially military action) ¹
the preparation; the readiness; the preparedness
– the state of having been made ready or prepared for use or action (especially military action) ¹
- preparation [the ~] zelfstandig naamwoord
  - their preparation was more than adequate¹
- readiness [the ~] zelfstandig naamwoord
  - putting them in readiness¹
- preparedness [the ~] zelfstandig naamwoord

the state of having been made ready or prepared for use or action (especially military action)¹

prepared
prepared; ready for
- prepared bijvoeglijk naamwoord
- ready for bijvoeglijk naamwoord
prepared
over; finished; accomplished; out; completed; ready; prepared; ready for use; achieved; concluded; evident; clear
- over bijvoeglijk naamwoord
- finished bijvoeglijk naamwoord
- accomplished bijvoeglijk naamwoord
- out bijvoeglijk naamwoord
- completed bijvoeglijk naamwoord
- ready bijvoeglijk naamwoord
- prepared bijvoeglijk naamwoord
- ready for use bijvoeglijk naamwoord
- achieved bijvoeglijk naamwoord
- concluded bijvoeglijk naamwoord
- evident bijvoeglijk naamwoord
- clear bijvoeglijk naamwoord
prepared
prepared; ready; ready for use
- prepared bijvoeglijk naamwoord
- ready bijvoeglijk naamwoord
- ready for use bijvoeglijk naamwoord
prepared

– equipped or prepared with necessary intellectual resources ¹
prepared
– equipped or prepared with necessary intellectual resources ¹
- prepared bijvoeglijk naamwoord
prepared

– made ready or fit or suitable beforehand ¹
prepared
– made ready or fit or suitable beforehand ¹
- prepared bijvoeglijk naamwoord
  - a prepared statement¹
  - be prepared for emergencies¹
prepared

– having made preparations ¹
inclined; prepared; disposed; fain
– having made preparations ¹
- inclined bijvoeglijk naamwoord
- prepared bijvoeglijk naamwoord
  - prepared to take risks¹
- disposed bijvoeglijk naamwoord
- fain bijvoeglijk naamwoord

equipped or prepared with necessary intellectual resources¹
made ready or fit or suitable beforehand¹
- a prepared statement¹
- be prepared for emergencies¹
having made preparations¹
- prepared to take risks¹