Overzicht


Engels

Uitgebreide synoniemen voor prisoner in het Engels

prisoner:

prisoner [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the prisoner
    the prisoner; the arrested person
  2. the prisoner
    the detainee; the convict; the prisoner
    • detainee [the ~] zelfstandig naamwoord
    • convict [the ~] zelfstandig naamwoord
    • prisoner [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the prisoner
    the captive; the internee; the detainee; the prisoner
    • captive [the ~] zelfstandig naamwoord
    • internee [the ~] zelfstandig naamwoord
    • detainee [the ~] zelfstandig naamwoord
    • prisoner [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the prisoner
    the prisoner
    • prisoner [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the prisoner
    – a person who is confined; especially a prisoner of war 1
    the captive; the prisoner
    – a person who is confined; especially a prisoner of war 1
    • captive [the ~] zelfstandig naamwoord
    • prisoner [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "prisoner":


Alternatieve synoniemen voor "prisoner":


Verwante definities voor "prisoner":

  1. a person who is confined; especially a prisoner of war1

Verwante synoniemen voor prisoner