Overzicht
Engels Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. propensity:


Engels

Uitgebreide synoniemen voor propensity in het Engels

propensity:

propensity [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the propensity
    – a disposition to behave in a certain way 1
    the aptness; the propensity
    – a disposition to behave in a certain way 1
    • aptness [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the aptness of iron to rust1
    • propensity [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the propensity of disease to spread1
  2. the propensity
    – a natural inclination 1
    the proclivity; the leaning; the propensity
    – a natural inclination 1
    • proclivity [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he has a proclivity for exaggeration1
    • leaning [the ~] zelfstandig naamwoord
    • propensity [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the propensity
    – an inclination to do something 1
    the tendency; the leaning; the propensity
    – an inclination to do something 1
    • tendency [the ~] zelfstandig naamwoord
    • leaning [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he felt leanings toward frivolity1
    • propensity [the ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "propensity":


Verwante definities voor "propensity":

  1. a disposition to behave in a certain way1
    • the propensity of disease to spread1
  2. a natural inclination1
  3. an inclination to do something1

Verwante synoniemen voor propensity