Overzicht
Engels Synoniemen: Meer gegevens...
- richness:
-
rich:
- heavy; filling; rich; abundant; extensive; comprehensive; lavish; elaborate; plentifull; ample; amply; copious; wide; widespread; detailed; prosperous; wealthy; flourishing; thriving; well; healthy; well-of; in good health; plentiful; plenteous; deep; fat; fertile; productive; robust; racy; full-bodied
- rolling in the dough; roll in money; rich
- abundant; rich; plentiful
- rich; rich people
Engels
Uitgebreide synoniemen voor richness in het Engels
richness:
-
the richness
-
the richness
-
the richness
– splendid or imposing in size or appearance 1the richness; the magnificence; the impressiveness; the grandness– splendid or imposing in size or appearance 1 -
the richness
– a strong deep vividness of hue 1 -
the richness
– the property of a sensation that is rich and pleasing 1the fullness; the richness; the mellowness– the property of a sensation that is rich and pleasing 1 -
the richness
– the property of being extremely abundant 1the profusion; the richness; the profuseness; the cornucopia– the property of being extremely abundant 1 -
the richness
– the property of producing abundantly and sustaining vigorous and luxuriant growth 1the fertility; the richness; the rankness; the prolificacy– the property of producing abundantly and sustaining vigorous and luxuriant growth 1 -
the richness
– the quality of having high intrinsic value 1 -
the richness
– abundant wealth 1
Verwante woorden van "richness":
Alternatieve synoniemen voor "richness":
Verwante definities voor "richness":
richness vorm van rich:
-
rich
-
rich
abundant; extensive; comprehensive; lavish; elaborate; plentifull; ample; amply; copious; rich; wide; widespread; detailed-
abundant bijvoeglijk naamwoord
-
extensive bijvoeglijk naamwoord
-
comprehensive bijvoeglijk naamwoord
-
lavish bijvoeglijk naamwoord
-
elaborate bijvoeglijk naamwoord
-
plentifull bijvoeglijk naamwoord
-
ample bijvoeglijk naamwoord
-
amply bijwoord
-
copious bijvoeglijk naamwoord
-
rich bijvoeglijk naamwoord
-
wide bijvoeglijk naamwoord
-
widespread bijvoeglijk naamwoord
-
detailed bijvoeglijk naamwoord
-
-
rich
prosperous; wealthy; flourishing; thriving; well; rich; healthy; well-of; in good health-
prosperous bijvoeglijk naamwoord
-
wealthy bijvoeglijk naamwoord
-
flourishing bijvoeglijk naamwoord
-
thriving bijvoeglijk naamwoord
-
well bijvoeglijk naamwoord
-
rich bijvoeglijk naamwoord
-
healthy bijvoeglijk naamwoord
-
well-of bijvoeglijk naamwoord
-
in good health bijvoeglijk naamwoord
-
-
rich
– affording an abundant supply 1 -
rich
– strong; intense 1 -
rich
– marked by great fruitfulness 1rich; fat; fertile; productive– marked by great fruitfulness 1-
rich bijvoeglijk naamwoord
-
fat bijvoeglijk naamwoord
-
fertile bijvoeglijk naamwoord
-
productive bijvoeglijk naamwoord
-
-
rich
– pleasantly full and mellow 1 -
rich
– very productive 1 -
rich
– possessing material wealth 1 -
rich
– having an abundant supply of desirable qualities or substances (especially natural resources) 1 -
rich
– suggestive of or characterized by great expense 1 -
rich
– high in mineral content; having a high proportion of fuel to air 1 -
rich
– marked by richness and fullness of flavor 1rich; robust; racy; full-bodied– marked by richness and fullness of flavor 1-
rich bijvoeglijk naamwoord
-
robust bijvoeglijk naamwoord
-
racy bijvoeglijk naamwoord
-
full-bodied bijvoeglijk naamwoord
-
-
rich
– of great worth or quality 1 -
rich
– containing plenty of fat, or eggs, or sugar 1
-
rich
-
the rich
– people who have possessions and wealth (considered as a group) 1