Home ->Woordenboeken ->Engels/Engels ->Vertaal routine

Synoniemen voor "routine" in het Engels

Overzicht
Engels Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. routine:

Engels

Uitgebreide synoniemen voor routine in het Engels

routine:

routine [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the routine
    the practice; the experience; the routine; the skill; the practise
    • practice [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • experience [the ~] zelfstandig naamwoord
    • routine [the ~] zelfstandig naamwoord
    • skill [the ~] zelfstandig naamwoord
    • practise [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
  2. the routine
    the rut; the routine
    • rut [the ~] zelfstandig naamwoord
    • routine [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the routine
    the method of working; the working method; the operation procedure; the procedure; the mode of operation; the method; the manufacturing process; the routine; the system
  4. the routine
    – an unvarying or habitual method or procedure 1
    the routine; the modus operandi
    – an unvarying or habitual method or procedure 1
  5. the routine
    – a set sequence of steps, part of larger computer program 1
    the function; the procedure; the routine; the subroutine; the subprogram
    – a set sequence of steps, part of larger computer program 1
  6. the routine
    – a short theatrical performance that is part of a longer program 1
    the act; the turn; the number; the bit; the routine
    – a short theatrical performance that is part of a longer program 1
    • act [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he did his act three times every evening1
    • turn [the ~] zelfstandig naamwoord
    • number [the ~] zelfstandig naamwoord
      • it was one of the best numbers he ever did1
    • bit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • routine [the ~] zelfstandig naamwoord
      • she had a catchy little routine1
  7. the routine
    – Any section of code that can be invoked (executed) within a program. A routine usually has a name (identifier) associated with it and is executed by referencing that name. 2
    the routine
    – Any section of code that can be invoked (executed) within a program. A routine usually has a name (identifier) associated with it and is executed by referencing that name. 2
    • routine [the ~] zelfstandig naamwoord

routine

  1. routine
    routine
  2. routine
    routine; habitual

routine bijvoeglijk naamwoord

  1. routine
    – found in the ordinary course of events 1
    mundane; routine; everyday; unremarkable; quotidian; workaday
    – found in the ordinary course of events 1
    • mundane bijvoeglijk naamwoord
    • routine bijvoeglijk naamwoord
      • it was a routine day1
    • everyday bijvoeglijk naamwoord
      • a placid everyday scene1
    • unremarkable bijvoeglijk naamwoord
    • quotidian bijvoeglijk naamwoord
      • there's nothing quite like a real...train conductor to add color to a quotidian commute1
    • workaday bijvoeglijk naamwoord

Verwante woorden van "routine":

  • routines, routinely

Alternatieve synoniemen voor "routine":


Verwante definities voor "routine":

  1. found in the ordinary course of events1
    • it was a routine day1
  2. an unvarying or habitual method or procedure1
  3. a set sequence of steps, part of larger computer program1
  4. a short theatrical performance that is part of a longer program1
    • she had a catchy little routine1
  5. Any section of code that can be invoked (executed) within a program. A routine usually has a name (identifier) associated with it and is executed by referencing that name.2

Verwante synoniemen voor routine







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0227 seconde
Page rendered in 1.0 seconds