Overzicht


Engels

Uitgebreide synoniemen voor sash in het Engels

sash:

sash [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sash
    the belt; the sash
    • belt [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sash [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the sash
    the sash
    • sash [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the sash
    – a band of material around the waist that strengthens a skirt or trousers 1
    the sash; the girdle; the waistband; the waistcloth; the cincture
    – a band of material around the waist that strengthens a skirt or trousers 1
    • sash [the ~] zelfstandig naamwoord
    • girdle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • waistband [the ~] zelfstandig naamwoord
    • waistcloth [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cincture [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the sash
    – a framework that holds the panes of a window in the window frame 1
    the sash; the window sash
    – a framework that holds the panes of a window in the window frame 1
    • sash [the ~] zelfstandig naamwoord
    • window sash [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "sash":

  • sashes

Alternatieve synoniemen voor "sash":


Verwante definities voor "sash":

  1. a band of material around the waist that strengthens a skirt or trousers1
  2. a framework that holds the panes of a window in the window frame1

Verwante synoniemen voor sash