Overzicht


Engels

Uitgebreide synoniemen voor seasoner in het Engels

seasoner:

seasoner [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the seasoner
    – something added to food primarily for the savor it imparts 1
    the seasoning; the flavouring; the seasoner; the flavoring; the flavourer; the flavorer
    – something added to food primarily for the savor it imparts 1
    • seasoning [the ~] zelfstandig naamwoord
    • flavouring [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • seasoner [the ~] zelfstandig naamwoord
    • flavoring [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • flavourer [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • flavorer [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  2. the seasoner
    – a cook who uses seasonings 1
    the seasoner
    – a cook who uses seasonings 1
    • seasoner [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the cook is a light seasoner1

Alternatieve synoniemen voor "seasoner":


Verwante definities voor "seasoner":

  1. something added to food primarily for the savor it imparts1
  2. a cook who uses seasonings1
    • the cook is a light seasoner1