Engels

Uitgebreide synoniemen voor seasonings in het Engels

seasonings:

seasonings [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the seasonings
    the spices; the herbs; the flavourings; the seasonings
  2. the seasonings
    the spices; the seasonings; the condiments

Verwante woorden van "seasonings":


seasonings vorm van seasoning:

seasoning [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the seasoning
    the seasoning
  2. the seasoning
    the flavouring; the seasoning; the flavoring
    • flavouring [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • seasoning [the ~] zelfstandig naamwoord
    • flavoring [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  3. the seasoning
    the flavouring; the seasoning; the flavourings; the spice; the spices; the flavoring
    • flavouring [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • seasoning [the ~] zelfstandig naamwoord
    • flavourings [the ~] zelfstandig naamwoord
    • spice [the ~] zelfstandig naamwoord
    • spices [the ~] zelfstandig naamwoord
    • flavoring [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  4. the seasoning
    – the act of adding a seasoning to food 1
    the seasoning
    – the act of adding a seasoning to food 1
  5. the seasoning
    – something added to food primarily for the savor it imparts 1
    the seasoning; the flavouring; the seasoner; the flavoring; the flavourer; the flavorer
    – something added to food primarily for the savor it imparts 1
    • seasoning [the ~] zelfstandig naamwoord
    • flavouring [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • seasoner [the ~] zelfstandig naamwoord
    • flavoring [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • flavourer [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • flavorer [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

Verwante woorden van "seasoning":


Alternatieve synoniemen voor "seasoning":


Verwante definities voor "seasoning":

  1. the act of adding a seasoning to food1
  2. something added to food primarily for the savor it imparts1