Home ->Woordenboeken ->Engels/Engels ->Vertaal slivers

Synoniemen voor "slivers" in het Engels

Overzicht
Engels Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. slivers:
  2. sliver:

Engels

Uitgebreide synoniemen voor slivers in het Engels

slivers:

slivers [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the slivers
    the strips; the slivers; the fingers
    • strips [the ~] zelfstandig naamwoord
    • slivers [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fingers [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the slivers
    the snips; the scraps; the chippings; the slivers; the shreds; the clippings; the cuttings; the lumps
    • snips [the ~] zelfstandig naamwoord
    • scraps [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chippings [the ~] zelfstandig naamwoord
    • slivers [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shreds [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clippings [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cuttings [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lumps [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the slivers
    the clippings; the snips; the cuttings; the scraps; the shreds; the slivers
    • clippings [the ~] zelfstandig naamwoord
    • snips [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cuttings [the ~] zelfstandig naamwoord
    • scraps [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shreds [the ~] zelfstandig naamwoord
    • slivers [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "slivers":


sliver:

to sliver werkwoord (slivers, slivered, slivering)

  1. to sliver
    to splinter; to sliver
    • splinter werkwoord (splinters, splintered, splintering)
    • sliver werkwoord (slivers, slivered, slivering)
  2. to sliver
    – form into slivers 1
    to sliver
    – form into slivers 1
    • sliver werkwoord (slivers, slivered, slivering)
      • sliver wood1
  3. to sliver
    – break up into splinters or slivers 1
    to sliver; to splinter
    – break up into splinters or slivers 1
    • sliver werkwoord (slivers, slivered, slivering)
    • splinter werkwoord (splinters, splintered, splintering)
      • The wood splintered1
  4. to sliver
    – divide into slivers or splinters 1
    to sliver; to splinter
    – divide into slivers or splinters 1
    • sliver werkwoord (slivers, slivered, slivering)
    • splinter werkwoord (splinters, splintered, splintering)

Conjugations for sliver:

present
  1. sliver
  2. sliver
  3. slivers
  4. sliver
  5. sliver
  6. sliver
simple past
  1. slivered
  2. slivered
  3. slivered
  4. slivered
  5. slivered
  6. slivered
present perfect
  1. have slivered
  2. have slivered
  3. has slivered
  4. have slivered
  5. have slivered
  6. have slivered
past continuous
  1. was slivering
  2. were slivering
  3. was slivering
  4. were slivering
  5. were slivering
  6. were slivering
future
  1. shall sliver
  2. will sliver
  3. will sliver
  4. shall sliver
  5. will sliver
  6. will sliver
continuous present
  1. am slivering
  2. are slivering
  3. is slivering
  4. are slivering
  5. are slivering
  6. are slivering
subjunctive
  1. be slivered
  2. be slivered
  3. be slivered
  4. be slivered
  5. be slivered
  6. be slivered
diverse
  1. sliver!
  2. let's sliver!
  5. slivered
  6. slivering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

sliver [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sliver
    the clipping; the sliver; the cutting
    • clipping [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sliver [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cutting [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the sliver
    the flake; the chip; the sliver; the shaving
    • flake [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chip [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sliver [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shaving [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the sliver
    – a thin fragment or slice (especially of wood) that has been shaved from something 1
    the sliver; the shaving; the paring
    – a thin fragment or slice (especially of wood) that has been shaved from something 1
    • sliver [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shaving [the ~] zelfstandig naamwoord
    • paring [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the sliver
    – a small thin sharp bit or wood or glass or metal 1
    the sliver; the splinter
    – a small thin sharp bit or wood or glass or metal 1
    • sliver [the ~] zelfstandig naamwoord
      • it broke into slivers1
    • splinter [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he got a splinter in his finger1

Verwante woorden van "sliver":


Alternatieve synoniemen voor "sliver":


Verwante definities voor "sliver":

  1. a thin fragment or slice (especially of wood) that has been shaved from something1
  2. a small thin sharp bit or wood or glass or metal1
    • it broke into slivers1
  3. form into slivers1
    • sliver wood1
  4. break up into splinters or slivers1
  5. divide into slivers or splinters1







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0268 seconde
Page rendered in 1.0 seconds