Overzicht
Engels Synoniemen: Meer gegevens...
- slowing:
-
slow:
- slow; dilatory; lingering; dragging; hesitating; dawdling; wavering; sluggish; languid; tardy; lazy; listless; slack; workshy; idle; indolent; inert; limp; passive; drooping; shuffling; inactive; slow of understanding
- slow; tardy; loitering; covered with sauce; dilatory; dawdling; messy; mucky
- dull; slow; sluggish; dense; dim; dumb; obtuse; tedious; boring; irksome; tiresome; deadening; ho-hum; wearisome
- easy; slow; slowly; tardily; behind
- retard; slow; slow down; slow up; decelerate; slack; slacken
Engels
Uitgebreide synoniemen voor slowing in het Engels
slowing:
slowing [the ~] zelfstandig naamwoord
-
the slowing
– a decrease in rate of change 1
Alternatieve synoniemen voor "slowing":
Antoniemen van "slowing":
Verwante definities voor "slowing":
slowing vorm van slow:
-
slow
-
slow
-
slow
-
slow
sluggish; indolent; lazy; dawdling; inert; limp; tardy; passive; languid; dragging; drooping; slow; listless; lingering; shuffling; inactive; slow of understanding-
sluggish bijvoeglijk naamwoord
-
indolent bijvoeglijk naamwoord
-
lazy bijvoeglijk naamwoord
-
dawdling bijvoeglijk naamwoord
-
inert bijvoeglijk naamwoord
-
limp bijvoeglijk naamwoord
-
tardy bijvoeglijk naamwoord
-
passive bijvoeglijk naamwoord
-
languid bijvoeglijk naamwoord
-
dragging bijvoeglijk naamwoord
-
drooping bijvoeglijk naamwoord
-
slow bijvoeglijk naamwoord
-
listless bijvoeglijk naamwoord
-
lingering bijvoeglijk naamwoord
-
shuffling bijvoeglijk naamwoord
-
inactive bijvoeglijk naamwoord
-
slow of understanding bijvoeglijk naamwoord
-
-
slow
-
slow
-
slow
-
slow
-
slow
– (of business) not active or brisk 1 -
slow
– slow to learn or understand; lacking intellectual acuity 1 -
slow
– not moving quickly; taking a comparatively long time 1 -
slow
– at a slow tempo 1 -
slow
– (used of timepieces) indicating a time earlier than the correct time 1 -
slow
– so lacking in interest as to cause mental weariness 1
-
slow
– without speed (`slow' is sometimes used informally for `slowly') 1 -
slow
– of timepieces 1
-
slow
– lose velocity; move more slowly 1to retard; slow; to slow down; slow up; decelerate– lose velocity; move more slowly 1-
slow werkwoord
-
slow up werkwoord
-
decelerate werkwoord
-
slow
– become slow or slower 1 -
slow
– cause to proceed more slowly 1