Engels

Uitgebreide synoniemen voor snack in het Engels

snack:

snack [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the snack
    the bite to eat; the snack; the fast food
  2. the snack
    the delicacy; the tidbit; the refreshment; the snack; the titbit
    • delicacy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tidbit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • refreshment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • snack [the ~] zelfstandig naamwoord
    • titbit [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the snack
    the snack
    • snack [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the snack
    – a light informal meal 1
    the bite; the collation; the snack
    – a light informal meal 1
    • bite [the ~] zelfstandig naamwoord
    • collation [the ~] zelfstandig naamwoord
    • snack [the ~] zelfstandig naamwoord

snack werkwoord

  1. snack
    – eat a snack; eat lightly 1
    snack; nosh
    – eat a snack; eat lightly 1
    • snack werkwoord
      • She never loses weight because she snacks between meals1
    • nosh werkwoord

Verwante woorden van "snack":


Alternatieve synoniemen voor "snack":


Verwante definities voor "snack":

  1. a light informal meal1
  2. eat a snack; eat lightly1
    • She never loses weight because she snacks between meals1

Verwante synoniemen voor snack