Overzicht
Engels Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. springtime:


Engels

Uitgebreide synoniemen voor springtime in het Engels

springtime:

springtime [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the springtime
    the spring; the springtime; the vernal season; the springtide
  2. the springtime
    – the season of growth 1
    the spring; the springtime
    – the season of growth 1
    • spring [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the emerging buds were a sure sign of spring1
      • he will hold office until the spring of next year1
    • springtime [the ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "springtime":


Verwante definities voor "springtime":

  1. the season of growth1