Engels

Uitgebreide synoniemen voor swindlers in het Engels

swindlers:

swindlers [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the swindlers
    the swindlers
  2. the swindlers
    the swindlers; the fiddlers; the frauds; the deceiters
  3. the swindlers
    the cheats; the swindlers; the con men
    • cheats [the ~] zelfstandig naamwoord
    • swindlers [the ~] zelfstandig naamwoord
    • con men [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "swindlers":


swindlers vorm van swindler:

swindler [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the swindler
    the swindler; the imposter; the crook; the con man
    • swindler [the ~] zelfstandig naamwoord
    • imposter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • crook [the ~] zelfstandig naamwoord
    • con man [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the swindler
    the swindler; the fraud; the con man
    • swindler [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fraud [the ~] zelfstandig naamwoord
    • con man [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the swindler
    the circumventer; the swindler; the cheat; the con man
  4. the swindler
    – a person who swindles you by means of deception or fraud 1
    the swindler; the grifter; the defrauder; the chiseler; the scammer; the gouger; the chiseller
    – a person who swindles you by means of deception or fraud 1
    • swindler [the ~] zelfstandig naamwoord
    • grifter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • defrauder [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chiseler [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • scammer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gouger [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chiseller [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits

Verwante woorden van "swindler":


Alternatieve synoniemen voor "swindler":


Verwante definities voor "swindler":

  1. a person who swindles you by means of deception or fraud1