Overzicht


Engels

Uitgebreide synoniemen voor swinish in het Engels

swinish:

swinish bijvoeglijk naamwoord

  1. swinish
    – resembling swine; coarsely gluttonous or greedy 1
    hoggish; piggy; piggish; porcine; swinish
    – resembling swine; coarsely gluttonous or greedy 1
    • hoggish bijvoeglijk naamwoord
    • piggy bijvoeglijk naamwoord
      • the piggy fat-cheeked little boy and his porcine pot-bellied father1
    • piggish bijvoeglijk naamwoord
      • piggish table manners1
    • porcine bijvoeglijk naamwoord
      • the piggy fat-cheeked little boy and his porcine pot-bellied father1
    • swinish bijvoeglijk naamwoord
      • swinish slavering over food1
  2. swinish
    – ill-mannered and coarse and contemptible in behavior or appearance 1
    boorish; oafish; loutish; swinish; neandertal; neanderthal
    – ill-mannered and coarse and contemptible in behavior or appearance 1
    • boorish bijvoeglijk naamwoord
      • was boorish and insensitive1
    • oafish bijvoeglijk naamwoord
      • her stupid oafish husband1
    • loutish bijvoeglijk naamwoord
      • the loutish manners of a bully1
    • swinish bijvoeglijk naamwoord
      • aristocratic contempt for the swinish multitude1
    • neandertal bijvoeglijk naamwoord
    • neanderthal bijvoeglijk naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "swinish":


Verwante definities voor "swinish":

  1. resembling swine; coarsely gluttonous or greedy1
    • swinish slavering over food1
  2. ill-mannered and coarse and contemptible in behavior or appearance1
    • aristocratic contempt for the swinish multitude1