Engels
Uitgebreide synoniemen voor threatening in het Engels
threatening:
-
threatening
threatening; dangerous; imminent; impending; unsafe-
threatening bijvoeglijk naamwoord
-
dangerous bijvoeglijk naamwoord
-
imminent bijvoeglijk naamwoord
-
impending bijvoeglijk naamwoord
-
unsafe bijvoeglijk naamwoord
-
-
threatening
threatening; imminent; impending; terrifying; frightening; spooky; grisly; alarming; creepy; frightful-
threatening bijvoeglijk naamwoord
-
imminent bijvoeglijk naamwoord
-
impending bijvoeglijk naamwoord
-
terrifying bijvoeglijk naamwoord
-
frightening bijvoeglijk naamwoord
-
spooky bijvoeglijk naamwoord
-
grisly bijvoeglijk naamwoord
-
alarming bijvoeglijk naamwoord
-
creepy bijvoeglijk naamwoord
-
frightful bijvoeglijk naamwoord
-
-
threatening
– threatening or foreshadowing evil or tragic developments 1ominous; sinister; threatening; forbidding; menacing; minacious; minatory; baleful– threatening or foreshadowing evil or tragic developments 1-
ominous bijvoeglijk naamwoord
-
sinister bijvoeglijk naamwoord
-
threatening bijvoeglijk naamwoord
-
forbidding bijvoeglijk naamwoord
-
menacing bijvoeglijk naamwoord
-
minacious bijvoeglijk naamwoord
-
minatory bijvoeglijk naamwoord
-
baleful bijvoeglijk naamwoord
-
-
threatening
– darkened by clouds 1heavy; threatening; sullen; lowering– darkened by clouds 1-
heavy bijvoeglijk naamwoord
-
threatening bijvoeglijk naamwoord
-
sullen bijvoeglijk naamwoord
-
lowering bijvoeglijk naamwoord
-
Verwante woorden van "threatening":
Alternatieve synoniemen voor "threatening":
Verwante definities voor "threatening":
threatening vorm van threaten:
-
to threaten
-
to threaten
-
to threaten
– to utter intentions of injury or punishment against: 1 -
to threaten
– to be a menacing indication of something: 1 -
to threaten
– pose a threat to; present a danger to 1to threaten; to menace; peril; jeopardize; imperil; jeopardise; endanger– pose a threat to; present a danger to 1
Conjugations for threaten:
present
- threaten
- threaten
- threatens
- threaten
- threaten
- threaten
simple past
- threatened
- threatened
- threatened
- threatened
- threatened
- threatened
present perfect
- have threatened
- have threatened
- has threatened
- have threatened
- have threatened
- have threatened
past continuous
- was threatening
- were threatening
- was threatening
- were threatening
- were threatening
- were threatening
future
- shall threaten
- will threaten
- will threaten
- shall threaten
- will threaten
- will threaten
continuous present
- am threatening
- are threatening
- is threatening
- are threatening
- are threatening
- are threatening
subjunctive
- be threatened
- be threatened
- be threatened
- be threatened
- be threatened
- be threatened
diverse
- threaten!
- let's threaten!
- threatened
- threatening
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they