Engels

Uitgebreide synoniemen voor toady in het Engels

toady:

toady [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the toady
    the toady; the showboat; the show-off
    • toady [the ~] zelfstandig naamwoord
    • showboat [the ~] zelfstandig naamwoord
    • show-off [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the toady
    the flatterer; the toady; the fawner
    • flatterer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • toady [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fawner [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the toady
    the bootlicker; the slimy fellow; the heeler; the mollusc; the toady; the mollusk
    • bootlicker [the ~] zelfstandig naamwoord
    • slimy fellow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • heeler [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mollusc [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • toady [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mollusk [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  4. the toady
    the sweet tooth; the toady
  5. the toady
    the bootlicker; the cringer; the crawler; the toady; the lickspittle; the mollusc; the heeler; the groveller; the slimy fellow; the mollusk; the groveler
    • bootlicker [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cringer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • crawler [the ~] zelfstandig naamwoord
    • toady [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lickspittle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mollusc [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • heeler [the ~] zelfstandig naamwoord
    • groveller [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • slimy fellow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mollusk [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • groveler [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  6. the toady
    – a person who tries to please someone in order to gain a personal advantage 1
    the crawler; the lackey; the toady; the sycophant; the ass-kisser
    – a person who tries to please someone in order to gain a personal advantage 1
    • crawler [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lackey [the ~] zelfstandig naamwoord
    • toady [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sycophant [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ass-kisser [the ~] zelfstandig naamwoord

toady werkwoord

  1. toady
    – try to gain favor by cringing or flattering 1
    to fawn; to suck up; toady; kowtow; bootlick; truckle; kotow
    – try to gain favor by cringing or flattering 1
    • fawn werkwoord (fawns, fawned, fawning)
    • suck up werkwoord (sucks up, sucked up, sucking up)
    • toady werkwoord
    • kowtow werkwoord
      • He is always kowtowing to his boss1
    • bootlick werkwoord
    • truckle werkwoord
    • kotow werkwoord

Verwante woorden van "toady":

  • toadies

Alternatieve synoniemen voor "toady":


Verwante definities voor "toady":

  1. a person who tries to please someone in order to gain a personal advantage1
  2. try to gain favor by cringing or flattering1

Verwante synoniemen voor toady