Overzicht


Engels

Uitgebreide synoniemen voor tongue-in-cheek in het Engels

tongue-in-cheek:

tongue-in-cheek bijvoeglijk naamwoord

  1. tongue-in-cheek
    – cleverly amusing in tone 1
    facetious; bantering; tongue-in-cheek
    – cleverly amusing in tone 1

tongue-in-cheek bijwoord

  1. tongue-in-cheek
    – not seriously 1
    facetiously; jokingly; tongue-in-cheek
    – not seriously 1
  2. tongue-in-cheek
    – in a bantering fashion 1
    tongue-in-cheek; banteringly
    – in a bantering fashion 1

Alternatieve synoniemen voor "tongue-in-cheek":


Verwante definities voor "tongue-in-cheek":

  1. cleverly amusing in tone1
    • tongue-in-cheek advice1
  2. not seriously1
  3. in a bantering fashion1

Verwante synoniemen voor tongue-in-cheek