Engels

Uitgebreide synoniemen voor unanimity in het Engels

unanimity:

unanimity [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the unanimity
    the consensus; the concord; the unanimity
  2. the unanimity
    the consensus; the unity; the unanimity; the harmony; the oneness
    • consensus [the ~] zelfstandig naamwoord
    • unity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • unanimity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • harmony [the ~] zelfstandig naamwoord
    • oneness [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the unanimity
    the unanimity; the consensus; the conscencus; the consensus of opinion
  4. the unanimity
    the harmony; the conscencus; the consonance; the concord; the consensus; the accord; the solidarity; the unanimity; the consensus of opinion
  5. the unanimity
    the feeling of solidarity; the sentiment of unity; the solidarity; the unanimity
  6. the unanimity
    the unanimity
  7. the unanimity
    – everyone being of one mind 1
    the unanimity
    – everyone being of one mind 1

Alternatieve synoniemen voor "unanimity":


Verwante definities voor "unanimity":

  1. everyone being of one mind1