Engels

Uitgebreide synoniemen voor unvarying in het Engels

unvarying:

unvarying bijvoeglijk naamwoord

  1. unvarying
    – always the same; showing a single form or character in all occurrences 1
    uniform; unvarying
    – always the same; showing a single form or character in all occurrences 1
    • uniform bijvoeglijk naamwoord
      • a street of uniform tall white buildings1
    • unvarying bijvoeglijk naamwoord
  2. unvarying
    – unvarying in nature 1
    constant; unvarying; changeless; invariant
    – unvarying in nature 1
    • constant bijvoeglijk naamwoord
      • maintained a constant temperature1
    • unvarying bijvoeglijk naamwoord
      • principles of unvarying validity1
    • changeless bijvoeglijk naamwoord
    • invariant bijvoeglijk naamwoord
  3. unvarying
    – lacking variety 1
    unvarying; unvaried
    – lacking variety 1

Verwante woorden van "unvarying":

  • unvaryingly

Alternatieve synoniemen voor "unvarying":


Antoniemen van "unvarying":


Verwante definities voor "unvarying":

  1. always the same; showing a single form or character in all occurrences1
  2. unvarying in nature1
    • principles of unvarying validity1
  3. lacking variety1