Engels
Uitgebreide synoniemen voor variable in het Engels
variable:
-
variable
variable; varying; changeable; inconstant; unstable-
variable bijvoeglijk naamwoord
-
varying bijvoeglijk naamwoord
-
changeable bijvoeglijk naamwoord
-
inconstant bijvoeglijk naamwoord
-
unstable bijvoeglijk naamwoord
-
-
variable
-
variable
variable; varying; changeable; unstable-
variable bijvoeglijk naamwoord
-
varying bijvoeglijk naamwoord
-
changeable bijvoeglijk naamwoord
-
unstable bijvoeglijk naamwoord
-
-
variable
changeable; variable; fickle; unsettled-
changeable bijvoeglijk naamwoord
-
variable bijvoeglijk naamwoord
-
fickle bijvoeglijk naamwoord
-
unsettled bijvoeglijk naamwoord
-
-
variable
alternate; variable; alternating-
alternate bijvoeglijk naamwoord
-
variable bijvoeglijk naamwoord
-
alternating bijvoeglijk naamwoord
-
-
variable
– (used of a device) designed so that a property (as e.g. light) can be varied 1 -
variable
– liable to or capable of change 1 -
variable
– marked by diversity or difference 1
-
the variable
– a quantity that can assume any of a set of values 1 -
the variable
– a symbol (like x or y) that is used in mathematical or logical expressions to represent a variable quantity 1 -
the variable
– something that is likely to vary; something that is subject to variation 1 -
the variable
– a star that varies noticeably in brightness 1 -
the variable
– A named storage location capable of containing data that can be modified during program execution. 2