Home ->Woordenboeken ->Engels/Engels ->Vertaal vindicated

Synoniemen voor "vindicated" in het Engels

Overzicht
Engels Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. vindicated:
  2. vindicate:

Engels

Uitgebreide synoniemen voor vindicated in het Engels

vindicated:

vindicated bijvoeglijk naamwoord

  1. vindicated
    – freed from any question of guilt 1
    clear; vindicated; absolved; cleared; exculpated; exonerated
    – freed from any question of guilt 1
    • clear bijvoeglijk naamwoord
      • was now clear of the charge of cowardice1
    • vindicated bijvoeglijk naamwoord
      • his official honor is vindicated1
    • absolved bijvoeglijk naamwoord
      • is absolved from all blame1
    • cleared bijvoeglijk naamwoord
    • exculpated bijvoeglijk naamwoord
    • exonerated bijvoeglijk naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "vindicated":


Verwante definities voor "vindicated":

  1. freed from any question of guilt1
    • his official honor is vindicated1

vindicate:

vindicate

  1. vindicate
    maintain; vindicate
  2. vindicate
    reclaim; vindicate

to vindicate werkwoord (vindicates, vindicated, vindicating)

  1. to vindicate
    – show to be right by providing justification or proof 1
    to justify; to vindicate
    – show to be right by providing justification or proof 1
    • justify werkwoord (justifies, justified, justifying)
    • vindicate werkwoord (vindicates, vindicated, vindicating)
      • vindicate a claim1
  2. to vindicate
    – clear of accusation, blame, suspicion, or doubt with supporting proof 1
    to vindicate
    – clear of accusation, blame, suspicion, or doubt with supporting proof 1
    • vindicate werkwoord (vindicates, vindicated, vindicating)
      • You must vindicate yourself and fight this libel1
  3. to vindicate
    – maintain, uphold, or defend 1
    to vindicate
    – maintain, uphold, or defend 1
    • vindicate werkwoord (vindicates, vindicated, vindicating)
      • vindicate the rights of the citizens1

Conjugations for vindicate:

present
  1. vindicate
  2. vindicate
  3. vindicates
  4. vindicate
  5. vindicate
  6. vindicate
simple past
  1. vindicated
  2. vindicated
  3. vindicated
  4. vindicated
  5. vindicated
  6. vindicated
present perfect
  1. have vindicated
  2. have vindicated
  3. has vindicated
  4. have vindicated
  5. have vindicated
  6. have vindicated
past continuous
  1. was vindicating
  2. were vindicating
  3. was vindicating
  4. were vindicating
  5. were vindicating
  6. were vindicating
future
  1. shall vindicate
  2. will vindicate
  3. will vindicate
  4. shall vindicate
  5. will vindicate
  6. will vindicate
continuous present
  1. am vindicating
  2. are vindicating
  3. is vindicating
  4. are vindicating
  5. are vindicating
  6. are vindicating
subjunctive
  1. be vindicated
  2. be vindicated
  3. be vindicated
  4. be vindicated
  5. be vindicated
  6. be vindicated
diverse
  1. vindicate!
  2. let's vindicate!
  5. vindicated
  6. vindicating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Verwante woorden van "vindicate":


Alternatieve synoniemen voor "vindicate":


Verwante definities voor "vindicate":

  1. show to be right by providing justification or proof1
    • vindicate a claim1
  2. clear of accusation, blame, suspicion, or doubt with supporting proof1
    • You must vindicate yourself and fight this libel1
  3. maintain, uphold, or defend1
    • vindicate the rights of the citizens1







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0208 seconde
Page rendered in 1.0 seconds