Home ->Woordenboeken ->Engels/Engels ->Vertaal week

Synoniemen voor "week" in het Engels

Overzicht

Engels Synoniemen: Meer gegevens...

week:
- week; workweek; calendar week; hebdomad

Engels

Uitgebreide synoniemen voor week in het Engels

week:

week [the ~] zelfstandig naamwoord

the week
the week
- week [the ~] zelfstandig naamwoord
the week

– hours or days of work in a calendar week ¹
the week; the workweek
– hours or days of work in a calendar week ¹
- week [the ~] zelfstandig naamwoord
  - they worked a 40-hour week¹
- workweek [the ~] zelfstandig naamwoord
the week

– a period of seven consecutive days starting on Sunday ¹
the week; the calendar week
– a period of seven consecutive days starting on Sunday ¹
- week [the ~] zelfstandig naamwoord
- calendar week [the ~] zelfstandig naamwoord
the week

– any period of seven consecutive days ¹
the week; the hebdomad
– any period of seven consecutive days ¹
- week [the ~] zelfstandig naamwoord
  - it rained for a week¹
- hebdomad [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "week":

weeks

Alternatieve synoniemen voor "week":

Verwante definities voor "week":

hours or days of work in a calendar week¹
- they worked a 40-hour week¹
a period of seven consecutive days starting on Sunday¹
any period of seven consecutive days¹
- it rained for a week¹

Verwante synoniemen voor week

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University