Engels

Uitgebreide synoniemen voor wicked in het Engels

wicked:

wicked bijvoeglijk naamwoord

  1. wicked
    vicious; cross; wicked; angry; enraged; venomous; wrathful; incensed; vitriolic; virulent
  2. wicked
    wicked; malicious; nasty
  3. wicked
    pestiferous; depraved; wicked; noxious; reprobated
  4. wicked
    unattended; perverted; wicked; depraved; corrupt; degenerate; abandoned; ownerless
  5. wicked
    – intensely or extremely bad or unpleasant in degree or quality 1
    severe; wicked; terrible
    – intensely or extremely bad or unpleasant in degree or quality 1
    • severe bijvoeglijk naamwoord
      • severe pain1
      • a severe case of flu1
    • wicked bijvoeglijk naamwoord
      • under wicked fire from the enemy's guns1
      • a wicked cough1
    • terrible bijvoeglijk naamwoord
      • a terrible cough1
  6. wicked
    – having committed unrighteous acts 1
    wicked; sinful; unholy
    – having committed unrighteous acts 1
    • wicked bijvoeglijk naamwoord
    • sinful bijvoeglijk naamwoord
      • a sinful person1
    • unholy bijvoeglijk naamwoord
  7. wicked
    – naughtily or annoyingly playful 1
    wicked; arch; mischievous; implike; puckish; pixilated; impish; prankish
    – naughtily or annoyingly playful 1
    • wicked bijvoeglijk naamwoord
      • a wicked prank1
    • arch bijvoeglijk naamwoord
    • mischievous bijvoeglijk naamwoord
    • implike bijvoeglijk naamwoord
    • puckish bijvoeglijk naamwoord
    • pixilated bijvoeglijk naamwoord
    • impish bijvoeglijk naamwoord
      • teasing and worrying with impish laughter1
    • prankish bijvoeglijk naamwoord
  8. wicked
    – morally bad in principle or practice 1
    wicked
    – morally bad in principle or practice 1
    • wicked bijvoeglijk naamwoord

Verwante woorden van "wicked":


Alternatieve synoniemen voor "wicked":


Antoniemen van "wicked":


Verwante definities voor "wicked":

  1. intensely or extremely bad or unpleasant in degree or quality1
    • under wicked fire from the enemy's guns1
    • a wicked cough1
  2. having committed unrighteous acts1
  3. naughtily or annoyingly playful1
    • a wicked prank1
  4. morally bad in principle or practice1

wicked vorm van wick:

wick [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the wick
    the fuse; the pith; the wick; the pip; the kernel; the fuze
    • fuse [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • pith [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wick [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pip [the ~] zelfstandig naamwoord
    • kernel [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fuze [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  2. the wick
    the cottonwick; the cotton; the wick
    • cottonwick [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cotton [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wick [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the wick
    the wick
    • wick [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the wick
    the wick; the kernel; the pip; the pith
    • wick [the ~] zelfstandig naamwoord
    • kernel [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pip [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pith [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the wick
    – a loosely woven cord (in a candle or oil lamp) that draws fuel by capillary action up into the flame 1
    the wick; the taper
    – a loosely woven cord (in a candle or oil lamp) that draws fuel by capillary action up into the flame 1
    • wick [the ~] zelfstandig naamwoord
    • taper [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. the wick
    – any piece of cord that conveys liquid by capillary action 1
    the wick
    – any piece of cord that conveys liquid by capillary action 1
    • wick [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the physician put a wick in the wound to drain it1

Verwante woorden van "wick":


Alternatieve synoniemen voor "wick":


Verwante definities voor "wick":

  1. a loosely woven cord (in a candle or oil lamp) that draws fuel by capillary action up into the flame1
  2. any piece of cord that conveys liquid by capillary action1
    • the physician put a wick in the wound to drain it1