Overzicht
Engels Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. zigzag:


Engels

Uitgebreide synoniemen voor zigzag in het Engels

zigzag:

zigzag bijvoeglijk naamwoord

  1. zigzag
    zigzag
    • zigzag bijvoeglijk naamwoord

zigzag bijvoeglijk naamwoord

  1. zigzag
    – having short sharp turns or angles 1
    zigzag; zig-zag
    – having short sharp turns or angles 1

zigzag bijwoord

  1. zigzag
    – in a zigzag course or on a zigzag path 1
    zigzag
    – in a zigzag course or on a zigzag path 1
    • zigzag bijwoord
      • birds flew zigzag across the blue sky1

zigzag [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the zigzag
    – an angular shape characterized by sharp turns in alternating directions 1
    the zigzag; the zag; the zig
    – an angular shape characterized by sharp turns in alternating directions 1
    • zigzag [the ~] zelfstandig naamwoord
    • zag [the ~] zelfstandig naamwoord
    • zig [the ~] zelfstandig naamwoord

zigzag werkwoord

  1. zigzag
    – travel along a zigzag path 1
    to crank; zigzag
    – travel along a zigzag path 1
    • crank werkwoord (cranks, cranked, cranking)
    • zigzag werkwoord
      • The river zigzags through the countryside1

Alternatieve synoniemen voor "zigzag":


Verwante definities voor "zigzag":

  1. having short sharp turns or angles1
  2. in a zigzag course or on a zigzag path1
    • birds flew zigzag across the blue sky1
  3. an angular shape characterized by sharp turns in alternating directions1
  4. travel along a zigzag path1
    • The river zigzags through the countryside1

Verwante synoniemen voor zigzag